Terugblik op Crossing the abyss 1

      

Hieronder vindt u nog eens alle teksten die rondom de conferentie Crossing the abyss -Perspectief voor geestelijke kwetsbaarheid op de site zijn verschenen:

Het programma

Over perspectief voor geestelijke kwetsbaarheid – het thema van de conferentie

Over geestelijke kwetsbaarheid

Over “Crazywise”- de film

Over de wijsheid van inheemse volkeren

Getuigenissen van mensen in de film Crazywsie

De sprekers op de conferentie: Huguette Beyens, Erik Thys, Ludi van Bouwel, Margreet de Pater

Waarom werden zij uitgenodigd

Het ontstaan van de tekening voor ons logo

De muzikale omlijsting

De kunstzinnige omlijsting

 

 

-.-.-.-.-.-.-.-.-

 

  PROGRAMMA CROSSING THE ABYSS

 

9.30 uur Verwelkoming door Huguette Beyens

10.00 uur Opening door Huguette Beyens

10.30 uur Inleiding op Crazywise door Phil Borges

11.00 uur Koffie – en theepauze

11.30 uur Film “Crazywise”

12.50 uur Muzikaal intermezzo

13.00 uur Lunch

14.00 uur Optreden Beatrice Van der Linden

14.10 uur Filmbespreking met Phil Borges

15.00 uur Lezing door Ludi van Bouwel

15.35 uur Lezing door Erik Thys

16.10 uur Optreden Sam Deltour

16.15 uur Koffie – en theepauze met verrassing

16.45 uur Lezing door Margreet de Pater

17.20 uur Plenum met alle sprekers

18.20 uur  Muzikale afsluitingWaarom deze conferentie

 

 

 

Perspectief voor geestelijke kwetsbaarheid

We leven in tijden van grote veranderingen. Sterker nog de snelheid waarmee dingen veranderen is amper bij te houden. Veranderingen dwingen ons om andere standpunten in te nemen, te kijken vanuit meerdere gezichtshoeken. Ze stellen de verworven zekerheden in vraag. Ze doen ons zoeken naar een vaste bodem onder de voeten, van waaruit we de veranderingen die we beleven kunnen blijven ondergaan vanuit de vaste kern van de eigen beleving.

Zichzelf blijven in tijden van grote veranderingen waarin zich veel verschuivingen in waarden, relaties en normen laten voelen is geen eenvoudige opgave. Zichzelf blijven veronderstelt dat je een ankerpunt hebt van waaruit je op de veranderingen kan richten om er niet door meegesleurd te worden.

Veranderingen vragen steeds meer weerbaarheid, de sterkte om te zien wat voor jou haalbaar is en wat niet. Wat binnen je mogelijkheden ligt en wat niet. 

Wat binnen jouw grenzen beweegt en wat niet. Waarop je wel of niet respons kan geven. 

Zolang veranderingen nog te volgen zijn blijft er ruimte en tijd om ze bewust te worden en te bevragen hoe er het best op in te spelen.

Veranderingen horen bij het leven en doen de mens en de mensheid ontwikkelen. 

Het leven kan je zien als een rivier die zich door een landschap slingert en het tegelijk vorm geeft, afhankelijk van bodem, hoogte, beplanting en andere omgevingsfactoren.

We zijn als mens uitgerust met de weerbaarheid om veranderingen die tot het wezen van het leven horen te ondergaan en vooral om er respons op te geven. 

Anders wordt het, als zich veranderingen voordoen die zich zo snel voltrekken dat we erdoor overweldigd worden.  

De rivier kan haar bedding niet vinden en breekt uit haar oevers. 

Het leven stroomt, maar de weerbaarheid om de stroming oevers te geven ontbreekt of is niet binnen bereik.

Ieder mens beleeft tijden waarin de weerbaarheid ontbreekt om geestelijk een invulling te geven aan wat hem overkomt. 

Een verlies, een zware fysieke ingreep, een ongeluk, een scheiding, een schok, een ongeneeslijke ziekte, Alzheimer, een zware bevalling, werkonbekwaamheid enz.

Als machteloze getuige of familielid van wat een dierbare overkomt in het aanschijn van de dood of ramp. Als slachtoffer van oorlog en fysiek of moreel geweld. 

De verzwakking van de oevers kent vele oorzaken en toont de intensiteit van de weerbaarheid die nodig is om de stroming te weerstaan.

Geestelijke kwetsbaarheid erkennen betekent dat wie weerloos is weerbaarder kan worden en wie weerbaar is kan onverwachts weerloos worden. 

In dit perspectief is leven niet voorspelbaar.

Wat daarvoor helder was lijkt verduisterd. Wat een gangbaar pad leek wordt een doodlopende straat. Een leegte dient zich aan die u terug gooit op jezelf zonder iets wat herkenbaar verwijst naar wat eerder houvast bood. Wat zekerheid bood verliest zijn bodem. Ieder mens kent de ervaring van angst om in een gat te vallen als oevers niet meer zichtbaar zijn en de diepte hem aanstaart als enige toegang. 

En wat als duisternis je aan het licht onttrekt? 

Wat als de zin van wat je beleeft voorbij de woorden beweegt?

Hoe sterker de verandering die zich voltrekt hoe meer weerbaarheid we nodig hebben. Maar weerbaarheid is iets wat we tijdens onze ontwikkeling leren aanspreken. Als tenminste de behoefte  om deze te gebruiken zich voldoende aandient of wordt herkend. 

De realiteit toont dat veel mensen niet herkennen hoe weerbaarheid werkt en hoe je ze kan aanspreken. Door de snelle ontwikkeling van techniek en rationeel denken wordt het leven schijnbaar steeds meer voorspelbaar. 

En dit laatste is een valkuil die de mens creëert waardoor weerbaarheid onvoldoende geoefend en geleefd wordt.

Geestelijke kwetsbaarheid hoort bij het wezen van de mens. 

Hij kan met voldoende weerbaarheid deze geestelijke kwetsbaarheid ondanks de veranderingen leven op voorwaarde dat hij haar herkent en leert hanteren. 

Hoe meer de mens zich nog bewust is van zijn instincten hoe meer weerbaar hij zich kan opstellen. Hoe dichter de mens bij de natuur leeft hoe sterker zijn nood om zijn instincten aan te spreken. Hoe wakkerder van geest hoe meer de mogelijkheden om moeilijke situaties creatief te beantwoorden in het zicht komen. 

Er schijnt een relatie te zijn tussen wakker zijn van geest en instinctief leven.

Dit laten inheemse volkeren zien die met geestelijke kwetsbaarheid heel anders omgaan dan volkeren waarin de cultuur de natuur dreigt te verdringen, zoals onze samenleving dat laat zien.

Ze kennen alles wat wij ook kennen. Mensen die door een crisis gaan en plots overweldigd worden. Kinderen die van jongs af aan gevoeliger reageren op wat ze gewaarworden. Ze zijn omdat ze mens zijn, geestelijk kwetsbaar maar ze zijn zich meer bewust van de weerbaarheid die ze dienen aan te spreken en de ouderen of de sjamaan bewaakt deze weerbaarheid van de hele groep. 

Hij is degene die, getraind in weerbaarheid, de grootste geestelijke noden heeft verkend om een respons te geven die herstelt wat niet meer hanteerbaar is. 

Hij wordt dan de bemiddelaar tussen extreme vormen van geestelijke kwetsbaarheid en de mogelijkheden die dienen aangesproken te worden. 

Hij zorgt er voor dat de oevers die de rivier mist door gemeenschappelijke inspanning kunnen worden hersteld.

De illusie dat weerbaarheid enkel een opdracht van de eenling is wordt hierbij opgeheven. Oevers en dijken worden samen gebouwd.

Perspectief voor geestelijke kwetsbaarheid komt in het zicht als we niet langer geestelijke kwetsbaarheid als zwakheid zien maar als behorend bij de menselijke natuur. 

De illusie dat weerbaarheid enkel een opdracht van de eenling is wordt hierbij opgeheven. Oevers en dijken worden samen gebouwd.

Perspectief voor geestelijke kwetsbaarheid komt in het zicht als we niet langer geestelijke kwetsbaarheid als zwakheid zien maar als behorend bij de menselijke natuur. 

Door ze te ontkennen vergeten we wat we nodig hebben als we plots overweldigd worden door iets wat we niet eerder leefden en ons voor een belangrijke keuze plaatst. Een nader onderzoek naar mogelijke oorzaken voor een geestelijke toestand waarin de mens plots alle pedalen lijkt kwijt te zijn en letterlijk door geestelijke inhouden overmand wordt brengt steeds meer in het zicht dat de onmogelijkheid om te dealen met wat je leeft of wat je overkomt de dam doet breken. 

In dit perspectief kan het ieder overkomen dat een levensbedreigende situatie je deel wordt zonder dat je er gezond respons op kan geven. Gezond in de zin van leven wat je leeft zonder je ankerpunt of richting kwijt te geraken.

Dit betekent dat perspectief voor geestelijke kwetsbaarheid niet zonder de vraag kan: 

hoe verhoud ik mij naar de geestelijke kwetsbaarheid in mezelf en die van de mens in geestelijke nood. 

Is er in dit zich verhouden nog voldoende zicht op de weerbaarheid die nodig is om ze beide te hanteren.

Vraagt perspectief voor geestelijke kwetsbaarheid niet om een verandering van overtuiging dat wat anderen overkomt mij niet zal overkomen. 

Een illusie die ons graag doet geloven dat geestelijke kwetsbaarheid een zwakte is, wat iemand overkomt die een stoornis heeft. 

En voor deze stoornis hebben we deskundige termen bedacht, die de illusie dreigen te versterken als we ze meer waarheid toedichten dan waar ze voor zijn bedoeld: onderscheiden om beter en gerichter de mogelijkheden aan te spreken die nodig zijn om te helen.

De conferentie focust niet op geestelijke kwetsbaarheid als zwakte maar als behorend bij de mens en peilt aldus naar mogelijkheden om weerbaarheid te versterken en te ontwikkelen.

De documentaire Crazywise van Phil Borges, die we vertonen met Nederlandse ondertitels, dient dit perspectief en nodigt uit tot een serieus bevragen en belichten van een anders zich verhouden tot geestelijke kwetsbaarheid. Kijkend naar wat inheemse culturen ons wat dit betreft spiegelen.

Een anders zich verhouden tot, creëert nieuwe gezichtspunten en deze scheppen nieuwe mogelijkheden om met hetzelfde anders om te gaan. 

Rond dit centrale thema wordt de hele conferentie opgebouwd. 

Ook de sprekers dienen en voeden dit perspectief. Zelfs de muziek en de kunstwerken die worden tentoongesteld.

Het aanbod in zijn geheel dient als voedende impuls om de deelnemers de mogelijkheid te geven aan een serieuze bezinning over de kracht van geestelijke kwetsbaarheid deel te nemen. 

Haar zien als een kracht brengt de noodzaak aan weerbaarheid aan het licht. 

Dit laatste vraagt een gemeenschappelijke inzet waarvan je door deel te nemen een schakel in de keten bent. 

Daarom beweegt de conferentie van onderuit: ze is een bottom up project.

In de wetenschap dat ieder kan overkomen wat die zogenaamde zonderling overkomt. 

Dan hoeven taboes niet langer de waarheid te verduisteren en bouwen we gezamenlijk aan het versterken van de oevers die de rivier van het leven behoeft.

Want waar oevers in het zicht zijn kunnen bruggen worden gebouwd

In deze geest heten we u als getuige en deelgenoot van harte welgekomen.

Huguette Beyens

initiatiefneemster en voorzitster van Het Levenssnoer-The Chain of Life

 

 

Geestelijke kwetsbaarheid

Woorden dragen, woorden leiden tot interpretaties, woorden bewegen, woorden definiëren, woorden beperken, woorden verruimen of woorden schieten tekort.

We kunnen zelfs over woorden vallen en de brug niet vinden om het ene woord met het andere te verbinden en soms zijn woorden zelfs in strijd met elkaar. Een enkele keer vallen ze als synoniem op elkaar of ze kunnen rijmen en dromend in gedichten beklijven.

Woorden kwetsen, scheiden of woorden verbinden en verzoenen.

The limits of my language means the limits of my world

Ludwig Wittgenstein

De grenzen van mijn taal zijn ook de grenzen van mijn wereld.

De keuze voor het woord ‘ geestelijke kwetsbaarheid ‘ wordt bepaald door de intentie van de conferentie om een gemeenschappelijk menselijk raakpunt als uitgangspunt te nemen.

In de algemene tekst die op dit thema ingaat en bij de folder hoort ga ik vooral in op dit algemeen menselijk gegeven. Niemand kan leven zonder vroeg of laat te moeten dealen met kwetsbaarheid.

Al is het maar omdat ziekte en gezondheid er ons met tijden eraan herinneren dat we vergankelijke wezens zijn. Bewegend in deze vergankelijkheid worden we zelf met kwetsuren geconfronteerd en we herkennen ze ook in anderen.  

Uit ervaring weten we dat het lichaam kwetsbaar is en als kind leren we al hoe belangrijk het is om op tijd te eten en te drinken, om onszelf fysiek te verzorgen door hygiëne, bewegen en slapen.

Veel, veel minder uit ervaring weten we dat ook onze geest voeding, rust en beweging, hygiëne en slaap nodig heeft. Het lijkt er soms op dat we onze geest consumeren en niet echt actief iets ondernemen om hem goed te verzorgen.

Dit blijkt steeds meer uit het verontrustend toenemende aantal mensen die geestelijk doorbreken en het burn-out-symptoom die mensen opgebrand op hun werk doet stranden. Maar als we voor totaal onverwachte situaties komen te staan die van een mens zowel fysiek als geestelijk veel kracht vragen dan is het niet evident om er weerbaar mee om te gaan. 

Want waar blijven op school de lessen over weerbaarheid? Gelukkig zijn er al hier en daar pogingen om leerlingen op dit vlak te begeleiden en hen vroeg te leren dat de overgangen die we als mensen noodzakelijk meemaken een respons vragen die ons helpt verder te groeien.

In dit perspectief hoort kwetsbaarheid bij het leven en kunnen wij er een gezonde relatie mee aangaan.

Dit in tegenstelling met kwetsbaarheid die we doorheen het leven verwerven. Dit vooral omdat de dingen geen natuurlijk beloop kennen en er ook geen natuurlijke respons op komt. Zoals in het geval van een trauma dat niet verzorgd wordt en achteraf tot complicaties leidt. 

Als de geest honger lijdt en dit chronisch wordt dan kunnen zich allerlei symptomen ontwikkelen die professionele ondersteuning vragen en beter op tijd worden ondervangen om erger te voorkomen. 

Bepaalde leefomstandigheden, schok of trauma, verlies enz kunnen iemand in een acute geestelijke crisis brengen die zelfs tot gevolg kan hebben dat men van de werkelijkheid afgesneden geraakt.

In deze context spreekt men soms over psychische kwetsbaarheid. Wat ook als gevolg kan hebben dat iemand tijdelijk opgenomen wordt om hem of haar fysiek en geestelijk veiligheid te geven. Of iemand wordt op een andere manier veilig omkaderd. Het is dan voor de persoon die in crisis zit niet langer mogelijk om op eigen kracht respons te geven aan wat hem of haar overkomt.

Zoals een gebroken been vraagt om gesteund te worden zo heeft de geest dan nood aan begrenzing en bescherming.

Net zoals we iemand met een gebroken been niet discrimineren hoort iemand met  geestelijke doorbraak of overweldiging vanuit het onbewuste, niet aan de rand te blijven staan. We bewegen zowel in het een als in het ander in dé kwetsbaarheid van het menselijke bestaan.

Het feit dat de sprekers in hun lezing op de conferentie op het fenomeen psychose in zoemen heeft deels met hun werk te maken, hun vorming en focus van onderzoek maar vooral ook omdat in de film Crazywise daaraan wordt geraakt. 

We volgen daarin het traject van twee jonge mensen die met een acute vorm van psychische kwetsbaarheid te maken kregen. Er wordt een verband gelegd met het proces waar een sjamaan doorgaat met dit verschil dat een sjamaan soms vrijwillig een toestand van geestverruiming doormaakt om potentieel voor de zieke en de groep aan te boren. Hij weet dat hij dan de nodige voorzorgen moet nemen om deze onderneming met een goed gevolg te voltrekken. 

Niet elke sjamaan die zich voor heler uitgeeft beschikt over de tools om veiligheid en bescherming te garanderen. Fundamenteel spelen zijn eigen ervaring en een grondige training in omgaan met verschillende geesttoestanden hierbij een grote rol. Een sjamaan wordt maar leider voor zijn stam of volk als hij de afdaling in de diepte zelf heeft gemaakt en de weg terug heeft gevonden.

De allerbelangrijkste reden waarom psychose speciale aandacht krijgt is dat dit fenomeen voor de gemeenschap een spiegelende functie heeft. De enorme kwetsbaarheid waarin iemand beweegt als hij door het onbewuste overweldigd wordt confronteert met verlies van controle. Het controle kunnen hebben wordt in deze tijd enorm aangedikt door de illusie te wekken dat de mens steeds meer vat op zijn leven krijgt. Daartegenover staat dat wanneer natuurkrachten in beweging komen, van binnen uit of van buiten uit de mens soms gewoon spartelt om te overleven omdat hij niet meer opgewassen is tegen.

Cijfers tonen aan dat in onze samenleving het aantal mensen dat psychotische verschijnselen vertoont angstvallig stijgt. De angst voor deze symptomen stijgt in evenredigheid met. Wat eigenlijk niet zou moeten als er meer kennis zou zijn van hoe en wat. Vooral jonge mensen en kinderen worden getroffen. Vandaar dat preventie een dringende noodzaak wordt.

Het is een vicieuze cirkel waar zonder serieuze reflectie op waarvoor en hoe we leven geen einde aan komt. Maar juist daarom is het zo wezenlijk om het taboe te doorbreken en degelijke informatie te verspreiden en nieuwe perspectieven aan te bieden die het vooroordeel opruimen dat enkel maar zwakkelingen door deze verschijnselen worden gegrepen.  

Buiten de zorg om deze extreme vorm van kwetsbaarheid is het achten van kwetsbaarheid in het algemeen wezenlijk om in de eigen kracht te komen te staan. Het bewust werken aan het beveiligen en beschermen van wat gevoelig ligt verhoogt de weerbaarheid en geeft grond om op te staan als heftige dingen dienen te worden verwerkt.

Hoe beter we leren hoe we functioneren hoe meer kwetsbaarheid voelt als een kostbaar goed dat net als elke andere menselijke gave deel uitmaakt van de kracht van mens-zijn. 

Dit laatste is drijvende kracht achter het opzet en de inhoud van deze conferentie.

 

 

Crazywise de film

Wat kunnen we leren van hen die hun psychologische crisis hebben weten om te vormen 

tot een transformerende ervaring.

Mensenrechten fotograaf en filmmaker Phil Borges ontdekte gedurende meer dan een kwart eeuw documenteren dat inheemse volkeren psychotische symptomen zien als een soort sjamanistisch potentieel. Hij was gefascineerd door hoe anders wij in het Westen psychose definiëren en behandelen.

Middels interviews met bekende geestelijke hulpverleners zoals Gabor Mate, Robert Whitaker en Roshi Joan Halifax, onderzoekt Phil Borges de als maar groeiende crisis in de geestelijke gezondheidszorg in Amerika die gedomineerd wordt door de biologisch-medicinaal gerichte psychiatrie. 

Hij ontdekt tevens een groeiende beweging van professionals en overlevenden van crises die alternatieve behandelingen voorstaan met de focus op herstel, het voeden van sociale contacten en het ontdekken van zin en betekenis in het gebeuren.

“Crazywise” volgt een tweetal Amerikanen gediagnosticeerd als “geestelijk ziek”. 

Adam, 27 jaar leidt aan de ernstige gevolgen van medicijngebruik alvorens hulp te vinden in meditatietechnieken. 

Ekhaya, 32 jaar, overleeft een ernstig kindermisbruik en verschillende zelfmoordpogingen alvorens te evolueren tot een traditionele Zuid-Afrikaanse genezeres die haar helpt haar lijden betekenis en zin te geven en haar helpt een dieper doel in haar leven te vinden.

“Crazywise” wil beslist de wijsheid van inheemse volkeren niet over-romantiseren, noch volledig de Westerse behandelingsmethoden veroordelen. Niet elke inheemse die een crisis doormaakt wordt automatisch sjamaan. En vele mensen hebben baat bij het gebruik van medicijnen.

Wat niet weg neemt, dat wij veel kunnen leren van de acceptatie die inheemse volkeren hebben van de verschillende bewustzijnstoestanden en dat hun rituelen en metaforen ons laten zien hoe diep de verbinding kan zijn met de natuur, met elkaar en met de voorouders.

“Crazywise” wil een stem geven aan de groeiende conversatie die gelooft dat een psychische crisis als een mogelijkheid gezien kan worden voor groei en een potentie tot transformatie in zich draagt, in plaats van enkel een ziekte die behandeld moet worden.

We zijn zeer blij dat Phil Borges zelf deze dag bijwoont en zijn documentaire ’s morgens zal voorstellen en na de middagpauze ruim de tijd krijgt om met het publiek in gesprek te gaan over zijn film.

Phils commentaar zal vertaald worden en het is goed te weten dat de documentaire vertoond wordt met Nederlandse ondertitels.

 

 

De wijsheid van inheemse volkeren

Geen enkel groot probleem van de huidige mensheid kan
zonder de medewerking van inheemse volkeren worden opgelost. 

Zo ook hebben deze volkeren de samenwerking 

van de andere naties nodig.

Veel mensen beweren dat inheemse volkeren mythen

 uit het verleden zijn, ruïnes die je moet opruimen. 

Maar de inheemse gemeenschap is geen bouwwerk uit voorbije tijden en nog minder een mythe. 

Ze bruist van vitaliteit en ze heeft een heden en een toekomst die haar uitdagen. 

Ze heeft veel rijkdom en wijsheid te bieden. 

Ze hebben ons niet gedood en ze zullen ons ook nu niet meer doden. 

Wij richten ons op en zeggen: ‘Nee, we zijn nog hier. We leven.’

Rigoberta Menchú

.

In bijna elk land op deze planeet, vechten de inboorlingen, de eerste bewoners van de grond, voor hun leven, hun identiteit en hun kinderen.

Volgens verschillende onderzoeken en tellingen bevolken tussen 200 en 250 miljoen inboorlingen de aarde. 

Wat zij gemeenschappelijk hebben is een diepgaande bekommernis om hun gezinnen, hun levenswijze en cultuur of met andere woorden hun identiteit te beschermen.

Maar hun strijd om erkenning gaat niet enkel om overleven en van alle hindernissen die ze moeten nemen is de meest fundamentele en moeilijkst aanvaardbare: het feit dat niet iedereen op dezelfde manier wil leven.

In ontwikkelingslanden, is een groot deel van ons zo gewoon geraakt aan snelwegen, aan commerciële centra, aan een professionele carrière, aan op pensioen gaan, dat we veronderstellen dat iedereen overal op deze planeet naar onze manier van leven en materiële welvaart verlangt met alle voor-en nadelen dat ze met zich meebrengt.  

Inheemse volkeren drukken een heel andere wens uit: ‘ Probeer ons verlangen te begrijpen om op een heel andere wijze te overleven.’

In mei 1992 op de eerste mondiale conferentie van inheemse volkeren werd deze wens ondubbelzinnig door 400 leiders van deze volkeren, uit vele verschillende landen afkomstig, gezamenlijk geformuleerd.

De wens werd aldus verwoord: 

‘Naar een toekomst groeien door de sporen van de voorouders te volgen, hun natuurlijke rechten op het behoud van een eigen identiteit te verdedigen, over hun eigen bestuur te mogen beslissen, hun eigen wetten te mogen nakomen, hun kinderen te mogen opvoeden en hun culturele identiteit te behouden.’

Hiervoor is het belangrijk dat wij ons bezinnen over onze eigen wijze van leven en dat wij een manier van leven ontwikkelen die ons helpt het respect voor de natuur terug te winnen. Het is een verschrikkelijke ironie van de geschiedenis dat ons voortdurend zoeken naar nieuwe hulpbronnen die we gaan halen in woestijnen en regenwouden ons ertoe brengt die culturen uit te roeien die nog weten hoe we in overeenstemming met de natuur en onze omgeving kunnen leven. Hen uitroeien betekent een verlies voor de planeet.’ 

Dit schreef Art Davidson in het voorwoord van zijn boek: ‘Endangered people’, dat in 1993 uitkwam. Hoewel we nu ondertussen vele jaren verder zijn blijken deze woorden nog steeds heel actueel. 

Op de eerste pagina van het boek staat een fundamentele, sterke uitspraak van Octavio Paz, Mexicaanse schrijver en diplomaat, winnaar van de Nobelprijs voor literatuur. 

‘Wat de wereld in beweging zet is de interactie tussen de verschillen en wat daarin aantrekt en afstoot. Het leven is pluraliteit, de dood is uniformiteit. Door de verschillen en het uitzonderlijke uit te wissen en beschavingen en culturen uit te roeien zal de vooruitgang het leven verzwakken en de dood versterken, ons verzwakken en verwonden.

Elke visie op de wereld die uitdooft, 

elke cultuur die verdwijnt ontneemt een mogelijkheid op leven.’

Octavio Paz

Deze reflecties zetten het belang van het nemen van de lessen die inheemse volkeren ons spiegelen in reliëf. Het gevaar dat ze lopen is dat ze genegeerd, geminacht, uitgeroeid of geïdealiseerd worden. Dit staat tegenover leren van hun ervaringen om tot een beter begrip van de natuur en onze natuur te komen.

Onze cultuur neigt ertoe geest en natuur te scheiden en hierdoor verliezen we contact met onze instincten om te overleven in een wereld waarin grote natuurkrachten werkzaam zijn die we ook innerlijk in beweging kunnen voelen komen. Dit is wat je kan ervaren als je door geestelijke inhouden overweldigd geraakt. 

Deze scheiding heeft de Westerse wetenschappelijke benaderingen enorm bepaald. We neigen tot éénzijdigheid als we de samenhang tussen natuur en geest verliezen. Zoals een te sterke focus op het geestelijke het lichaam uit het oog kan verliezen. 

Over heel de wereld komen zorgverleners, psychologen, psychiaters, pedagogen in beweging en koppelen een gedegen academische kennis met een grondige studie van de kennis die door natuurvolkeren geleefd en in rituelen vorm gegeven wordt.

Door een bevruchtende uitwisseling wordt het zicht op psychologische symptomen enorm verruimd en verdiept.

Dank zij het onderzoek van antropologen en psychiaters opent zich nu een veld van kennis dat in deze tijd een vertaalslag behoeft maar in de toekomst kan leiden tot een veelzijdige benadering van geestelijke gezondheid. Misschien helpt het om de dingen die bij het leven horen bij het leven te laten. Geboorte en dood en de groeifasen, waar ieder mens mee te maken krijgt vragen naar zingeving die geestelijk ondersteuning biedt en mensen helpt zichzelf te begrijpen. Dit zijn thema’s die voor natuurvolkeren centraal staan en ons uitdagen onze eigen natuur te leren aanspreken om er zinvol mee om te gaan.

Tegen deze achtergrond is het raakpunt dat Phil Borges in Crazywise hanteert ongelooflijk actueel. 

 

 

Getuigenissen in Crazywise

 

In Craywise laat Phil beelden zien van verschillende sjamanen en hun werkwijze. Hij vertelt ook hoe hij vele jaren vóór het maken van Crazywise bij het maken van een documentaire over Tibet kennis maakte met Thupten Ngodup, monnik en medium van het Nechung Oracle. 

Dit is het officiële staatsgodsdienst orakel van Tibet. Het medium was woonachtig in het klooster van Nechung waarvan hij de abt was, vandaar de naam.

Omwille van de ballingschap van de Tibetaanse regering is het klooster herschapen in Dharamsala in India, in de buurt van de huidige Dalaï Lama. Het medium die daar woont heeft de rang van vice-minister. 

Het Tibetaans staatsorakel is al 400 jaar lang een mystiek onderdeel van de Tibetaanse boeddhistische traditie. Het wordt bij elke belangrijke beslissing geraadpleegd.

Thupten Ngodup is vanaf 1987 medium voor het orakel.

Pekar is één van de belangrijkste beschermgodheden. Tibetanen geloven dat Pekar het lichaam van een medium binnengaat en optreedt als een orakel.

De meeste van de Tibetaanse orakels ervaren hun eerst trance aan het begin van de puberteit. met name de personen die geacht worden medium te zijn of te worden dienen een uitgebreide training te ondergaan. Ook moeten ze over een enorme fysieke kracht kunnen beschikken, die ze tijdens de trance kunnen ervaren. De traditie vertelt dat ze dan in staat zijn een zwaard om te buigen. 

Bij officiële gelegenheden draagt het medium heel wat kledingstukken boven elkaar. Het bovenste kledingstuk is in goud brokaat versierd met vier kleuren van de vier elementen: rood, blauw, groen, en geel. 

Hij draagt ook een spiegel op de borst, omringd door turkoois en amethist met de mantra van Dorje Drakden ( gebed om bescherming ). Hij gaat in trance vergezeld van mantra’s en muziek. Wanneer de trance vrij ver is gevorderd, wordt een enorme kroon van bijna 30 kilo met 4 vlaggen en 3 overwinningsbanieren op zijn hoofd gezet.  Dan staat hij op en neemt een zwaard waarmee hij danst; hij voert deze dans na elke vraag en geeft een antwoord dat moet worden geïnterpreteerd. 

Aan het einde van de sessie bidt hij nog een laatste gebed en valt dan bewusteloos neer. 

Phil Borges was enorm onder de indruk toen hij getuige was van deze ceremonie en hij wou begrijpen hoe het medium dit hele mystieke gebeuren zelf onderging.

In de docu is Thupten Ngodup even kort zelf aan het woord.

Tijdens zijn zoektocht die uiteindelijk leidde tot het maken van Crazywise ging Phil Borges ook in gesprek met diverse hulpverleners, die elk voor zich hun visie op en benadering van geestelijke kwetsbaarheid met hem deelden.

Phil zelf neemt geen standpunt tegenover hen in, hij laat ieder van hen voor zich spreken zodat je als toeschouwer geconfronteerd wordt met een diversiteit aan benaderingen.

Zijn keuze viel op hulpverleners die zich kritisch durven opstellen en die onze Westerse benadering van geestelijke kwetsbaarheid in vraag stellen. Vele van hen zijn door ervaring en  onderzoek zeer goed vertrouwd met het raakpunt tussen oude en moderne culturen en integreren de levensprincipes van natuurvolkeren in hun levenshouding en werkwijze.

Phil die diep geschokt was door wat hij rond geestelijke gezondheidszorg in Amerika waarnam zocht naar mogelijke alternatieven die perspectieven openen voor een onbevooroordeelde kijk op geestelijke kwetsbaarheid. Niet met als doel een strijd te voeren tegen gangbare benaderingen maar om door eerlijke reflectie tot een zinvolle aanvulling te komen, die kan leiden tot een beter begrip van wat mensen doormaken die door inhouden van andere bewustzijnslagen worden overweldigd zonder de handvaten te hebben om er constructief respons aan te geven.

Het is tegen die achtergrond zinnig om bij het kijken rekening te houden met het gegeven dat sommige informatie die de docu geeft in eerste plaats betrekking heeft op de huidige stand van zaken in de USA. Dan kunnen bepaalde uitspraken die door de hulpverleners die aan het woord zijn beter geplaatst worden. Jammer genoeg leven ook bij ons nog verouderde denkbeelden rond psychiatrie die het openen van nieuwe perspectieven en het integreren van andere benaderingen niet vergemakkelijken. Wat dit betreft levert de docu stof genoeg tot reflectie en een constructief kritisch bevragen van de huidige stand van zaken. Tegelijk verschaft ze informatie die nuttig kan zijn bij het in vraag stellen van zowel klassieke als alternatieve benaderingen.

Wat Phil betreft staat voorop dat hij persoonlijk als uitgangspunt het zoeken naar raakpunten hanteert waarbij de levensprincipes van oude culturen onze hedendaagse levenshouding vruchtbaar kunnen bevloeien.   

Getuigenissen van deskundigen uit de film Crazywise

 

Joan Halifax 

Amerikaanse Zen-lerares, antropoloog, activiste voor sociale rechtvaardigheid en schrijfster. Ze heeft enorm veel werk verzet om de zorg voor stervende mensen onder de aandacht te brengen en werkte van 1972 tot 1975 samen met Stanislav Grof in het psychiatrisch onderzoek centrum met stervende aan kanker lijdende patiënten. In academische middens geeft ze over haar ervaring met stervenden lezingen.

Ze hecht vooral belang aan de psychosociale, ethische en spirituele facetten in de zorg voor stervenden en is leidster van het project Being with Dying.

Ze stichtte tevens het Upaya Prison Project in Mexico dat meditatieprogramma’s voor gevangenen ontwikkelt. Daarnaast leidt ze de Nomads Clinic die zorg verleent aan dorpsbewoners in Nepal. 

Ze is vooral begaan met de vraag: wat maakt ons menselijk?

Van de natuur leerde ze dat we haar niet enkel nodig hebben om te overleven maar ook om als mens te groeien.

‘De wereld en de geest en de natuur, ik en de ander, de adem en de atmosfeer zijn niet van elkaar gescheiden”

Will Hall

Amerikaanse hulpverlener, trainer en schrijver en wereldwijd bekend voor zijn inspanningen om geestelijke gezondheid te faciliteren. 

Hij maakte zelf een geestelijke crisis door waarin hij onvoorbereid in een andere laag van het bewustzijn terecht kwam. Vanuit deze ervaring onderneemt hij initiatieven om veiligheid te creëren voor mensen die van allerlei vormen van extreme kwetsbaarheid dienen te herstellen. 

Hij is eveneens betrokken bij allerlei onderzoek omtrent psychose en wordt regelmatig uitgenodigd in het universitaire medisch centrum van Maastricht.

Hij doet onderzoek naar het effect van medicatie en alternatieven. Geestelijke gezondheid beschouwt hij als een sociaal gegeven en een taak voor de gemeenschap.

Hij is eveneens getraind in Open Dialogue en werkte met Jaakko Seikkula. 

‘Hoe kunnen we onszelf bevrijden en werkelijk zorg voor de ander dragen?’

‘Ik ben diep geroerd door het mysterie, het lijden en de mogelijkheden die deel uitmaken van ons mens zijn en streef naar een manier waarop ieder, los van waar de geest ons voert, kan thuiskomen.’

Stanislav Grof

Van oorsprong Tsjechische bewustzijnsonderzoeker, psychotherapeut en psychiater, trainer en schrijver.

Ligt mede aan de basis van de Transpersoonlijke Psychologie. waarin ruimte en aandacht is voor religieuze en spirituele ervaringen. Hij deed jarenlang onderzoek naar allerlei bewustzijnstoestanden en ontwikkelde een methode Holotropic Breathwork om deze veilig te beleven. Hij deed eveneens samen met zijn vrouw Christina Grof jarenlang onderzoek naar het helend potentieel van LSD in psychotherapie.

Hij is ervan overtuigd dat bewustzijn een actieve rolt speetl in het creëren van realiteit. Hij bestudeert allerlei vormen in verschillende culturen waarmee reeds eeuwenlang dieper bewustzijnslagen worden aangeboord en gehanteerd. Hij onderzoekt daarbij het verband tussen rituelen en geestelijke gezondheid. 

‘ Een radicale innerlijk transformatie en het stijgen naar een nieuw bewustzijnsniveau is misschien de enige hoop die we hebben in de huidige wereldwijde crisis die ontstaan is door de dominantie van het Westerse mechanistisch paradigma.’ 

Gabor Maté

Van oorsprong uit Hongarije, neuroloog, psychiater en psycholoog en schrijver. Hij is gespecialiseerd in onderzoek naar mogelijke oorzaken van allerlei verslavingen.

In zijn benadering van geestelijke crisissen combineert hij wetenschappelijk onderzoek met gevalstudies en vooral ook veel eigen ervaring. Hij streeft naar een zo breed mogelijk perspectief om mensen mogelijkheden te bieden zichzelf te begrijpen. Hij bezit een jarenlange ervaring in het werken met patiënten die aan verslaving lijden, begeleidde veel families en heeft ook een jarenlange ervaring in palliatieve zorg.

‘Vrijheid is een subtiel gegeven. Het vraagt inspanning, aandacht en een focus op niet automatisch handelen. Alhoewel we over vrijheid beschikken oefenen we er alleen maar mee als we streven naar waakzaamheid, wanneer we niet enkel bewust zijn van de inhoud van de geest maar op de geest zelf als een proces.’

‘Geen enkele samenleving kan zichzelf begrijpen zonder naar haar schaduw te kijken.’

‘Wegvluchten van pijn is pijn creëren.’

Robert Thurman

Amerikaanse Indiakundige, Tibetoloog en Boeddholoog.

Hij is medeoprichter van de niet-gouvernementele organisatie Tibet House. Een organisatie die onafhankelijk van de overheid werkt aan het bevorderen van milieubescherming. Hij verdiepte zich jarenlang in het Tibetaans Dodenboek en houdt een pleidooi voor de wetenschappelijk basis van dit werk. Hij ijvert voor het behoud van de Oude Aziatische geneeskunde en heling door muziek en kunst.

‘Je kan jezelf ervaren als de anderen als je het waanbeeld loslaat dat je van hen afgesneden bent. Als je dit doet kom je tot het ervaren van wat zij ervaren.’

‘Mededogen wordt een ervaring als je plots ontdekt dat je jezelf kan overgeven aan enige vorm van kunst, meditatie, begrip, actuele kennis, en zo ontdekt dat je over grenzen heen kan reiken wetend dat je met anderen verbonden bent.’

Laura Delano

Amerikaanse ervaringsdeskundige die veertien jaar doorbracht in psychiatrische instellingen en nu haar leven zonder medicatie in handen neemt en haar ervaring constructief met de wereld deelt.

‘Als je communiceert met tranen en verdriet en boosheid en wanhoop en vreugde zoals ik ze leef, ze als heilig beschouwen, omdat ze bestaan. Weet dat deze emoties jouw wijsheid zijn, niet een gebrek. Geloof hen niet die beweren dat wat je voelt een teken is dat er iets met jou verkeerd is.

Als je zo met gevoelens omgaat herinner je dan dit:

Ze zijn een teken van je levendigheid. Ze zijn heilige kracht. Ze zijn een gave dat je met de wereld moet delen. Gebruik ze als een licht en een gids en een hand die geopend is naar hen die te bang zijn om ze te voelen’

Robert Whitaker 

Amerikaanse journalist die over geneeskunde, wetenschap en geschiedenis schrijft.

Hij schreef een artikel over medicatie die een hindernis voor herstel kan zijn. Hij trekt steeds vaker aan de noodbel door informatie te verspreiden over onderzoek naar het gebruik van te zware medicatie bij psychiatrische aandoeningen. Hij brengt tevens de toenemende stijging van geestelijke crisis in de USA in kaart en waarschuwt voor een epidemie.

‘Psychose leeft niet in het hoofd. Het leeft in de onderlinge relaties in families, en de onderlinge relatie tussen mensen.’ legde Salo uit. 

‘Het is in de relatie en degene die de psychose uitleeft spiegelt de slechte conditie van deze relaties. Hij of zij vertoont de symptomen en moet de last ervan dragen.’

Alberto Villoldo

Geboren in Cuba. Bestudeerde gedurende vele jaren het sjamanisme.  

Hij is een humanistische psycholoog en medische antropoloog. 

Hij deed jarenlang onderzoek naar geneeswijzen van de sjamanen van de Amazone en Andes. Hij leidt mensen op in energetische geneeskunde.

‘De sjamaan leeft met één been in deze wereld en met een ander in de wereld van de geesten.’

‘Alles wat je ervaart spiegelt een deel van jezelf.’

‘Het gaat er niet om de betekenis in iets te vinden maar om betekenis te geven aan elke situatie waarin je verkeert.’

‘Een sjamaan gelooft niet in een scheiding tussen lichaam en geest of tussen de zichtbare wereld van de vorm en de onzichtbare wereld van energie.’

Daniel J. Siegel

Americaanse neuro- en kinderpsychiater en pedagoog.

Hij is stichter van het Mind-Sight Institute. Het heeft als doelstelling een gegronde geïntegreerde wetenschappelijk beeld van de menselijke ontwikkeling te vormen. Hij onderzoekt de tools die helpen om gezond en comfortabel geestelijk te functioneren. Hij leert hoe we aandacht kunnen schenken aan wat er in onze geest gebeurt en beter te verstaan wat er innerlijk in ons gebeurt. Hij hanteert inzichten die gebaseerd zijn op de wetenschappelijke inzichten van de laatste jaren dat waar wij aandacht aan schenken de structuur van ons brein beïnvloedt.

‘We zijn steeds in een voortdurende in een scheppende zijnstoestand en creëren onszelf.’

‘Behandel mensen als wat ze zouden kunnen zijn en je helpt hen te worden waar ze toe in staat zijn.’

Sara Pelfrey

Amerikaanse en oprichtster van Soul Food Coffee House in Seattle. Een aardige plek waar mensen kunnen binnenlopen voor een kopje koffie of hapje en elkaar in een open geest kunnen ontmoeten om de dingen waar ze mee bezig zijn te delen. Muziek, poëzie, een idee of inspiratie, een boek, enz.

Er zijn voortdurend allerlei optredens van lokale en andere artiesten. Er is een winkel met cadeau spulletjes uit verschillende culturen. Het huis steunt ook andere initiatieven.

Roger Walsh

Australische hoogleraar in psychiatrie, Filosofie en Antropologie. Hij deed verdienstelijk werk op het gebied van vergelijkende studies tussen verschillende richtingen in psychologie en psychotherapie.

Hij bestudeerde Aziatische filosofieën en psychologen en onderzocht eveneens het effect van meditatie en transpersoonlijke psychologie.  En hij verdiepte zich in godsdienstpsychologie. 

In het kader van de tegenwoordige wereldcrisis deed hij onderzoek naar de psychologische oorzaken en gevolgen van deze crisis.

Vragen die aan de basis van al zijn onderzoek leven zijn: 

Wat betekent het om wijs te leven en wat is er voor nodig?

Hoe kunnen we kwaliteiten als liefde, wijsheid, vriendelijkheid, en medeleven ontwikkelen?

Wat is de betekenis van woorden als verlichting, verlossing, en redding van de ziel?

‘Het grootste deel van de opvoeding bestaat eerder uit levensomstandigheden creëren dan tegemoet komen aan hoe te leven.’

‘We zijn niet alleen meer dan we ons verbeelden maar meer dan we ons kunnen verbeelden.’

‘We hebben onszelf op tragische wijze onderschat. We hebben ons lelijk misleidt door onszelf eerder als tijdelijke lichamen te beschouwen dan als tijdloze geesten.’ 

Allen Frances

Amerikaanse psychiater. Hij deed onderzoek omtrent persoonlijkheidsstoornissen, chronische depressie, angststoornissen, schizofrenie, AIDS en psychotherapie. Hij komt op tegen excessen in de psychiatrische diagnostiek en schetst perspectieven voor een gezonder functioneren van de psychiatrie. Hij klaagt vooral aan  ‘dat het een  industriële standaard is waarmee het onderscheid tussen normaal en abnormaal gemaakt wordt ‘. Tevens houdt hij een pleidooi voor een degelijke behandeling waardoor mensen echt geholpen worden.

‘DSM-definities houden geen rekening met persoonlijke en contextuele factoren zoals bijvoorbeeld  dat depressieve symptomen een begrijpelijke respons zijn op verlies, een verschrikkelijke leefsituatie, een psychologisch conflict of persoonlijkheidstrekken.’

Peter Götszche

Geboren in Denemarken. Fysicus, bioloog en chemicus en onderzoeker, was zelf jarenlang werkzaam in farmaceutische industrie. Stelt zich nu heel kritisch op tegenover het toedienen van medicatie en stelt de motieven in vraag.

Hij is medeoprichter van de Nordic Cochrane Centre, dat veel wetenschappelijke behandelingen op hun doeltreffendheid onderzoekt en juiste informatie over de werking ervan nastreeft. Het werkt samen met onderzoekers van over heel de wereld die hun kennis en ervaring met elkaar delen. 

James Baraz

Amerikaanse leraar in meditatie. Hij maakt in zijn trainingen de Boeddhistische levensinstelling toegankelijk voor hen die niet in de filosofie van het boeddhisme geïnteresseerd zijn met als doelstelling een gelukkig en tevreden leven te leiden.

‘Ik geloof dat iedere persoon gelukkig wil zijn. In de kern is de drijfveer achter al onze handelingen een verlangen naar een geniaal welzijn. Ons welzijn en vreugde zijn in staat om deze ook in anderen te wekken en worden zo tot gave voor ieder die we ontmoeten.’

Caroll Dunham

Amerikaanse medische antropologe die vele jaren in de Himalaya doorbracht. Ze legt verbanden tussen omgeving, cultuur en geestelijke gezondheid. Ze is directrice van Sojourn Nepal, een school in Katmandu die zelf-ontwikkeling aanmoedigt door uitwisselingen tussen de Tibetaanse en Nepalese cultuur. Ze maakte films voor National Geographic.

Angeles Arrien

Geboren in Spanje. Een culturele antropologe, schrijfster en opvoedster. Ze geeft lezingen over de relatie tussen culturele antropologie, psychologie en vergelijkende religies. Zij deed veel ervaring op met inheemse spiritualiteit en gaf deze een moderne vertaalslag in haar lessen, zodat de essentie van oude culturen in het moderne leven konden worden geïntegreerd.

‘Onze respons op een gebeurtenis is belangrijker dan de gebeurtenis zelf.’

‘Ik vertrouw het mysterie en op wat in stilte en in de natuur opwelt als er geen afleiding is.’

Dwayne Stone

Amerikaanse therapeut. Met een ruime ervaring in het begeleiden van mensen die moeten dealen met schizofrenie, angst, depressie en bipolaire stoornissen. Hij werkte een heel herstel program uit voor gescheiden ouders en gaat uit van het grondprincipe dat ieder in wezen weet wat goed of niet goed voor hem is. Hij hanteert ook de wijsheid van een oud gezegde uit Japan: Je kan zeven keer vallen maar de achtste keer sta je op

Christa MacKinnon

Amerikaanse psychologe en familietherapeute en trainster. Ze verdiepte zich jarenlang in Shamanisme en integreert wat haar daarin inspireerde in haar therapeutische praxis. Ze is vertrouwd met de behandeling van trauma en is overtuigd van de noodzaak om de oude wijsheid van inheemse culturen in de hedendaagse benadering van geestelijke gezondheid.

‘We weten niet alleen instinctief dat we ons lichaam en geest tekort doen en het afgesneden zijn van koesteren die ons fataal kan worden, maar onderzoek over de gaven van de natuur heeft ons getoond dat hoe meer we ze onze kinderen ontzeggen hoe meer we hun ontwikkeling in een richting sturen die zowel hen als de gemeenschap schaden.’

Sandra Ingerman

Amerikaanse lerares in shamanisme. Ze vertaalt sjamanistische principes naar de noden van deze tijd. Ze leert mensen hoe als een wereldgemeenschap te leven en te denken en samen te werken om constructief dingen in de wereld te veranderen. Ze helpt mensen om de verbinding met de natuur te herstellen. Ze is tevens een familie therapeute en helpt mensen hoe ze moeten omgaan met stress tengevolge van trauma.

‘Elk van ons moet persoonlijke en planetaire beslissingen nemen om het misbruik van leven tegen te gaan. 

Verantwoordelijk zijn betekent respons geven aan wat nodig is. ‘

‘We zijn geen afzonderlijke wezens maar verbonden door een bron en het levensweb. 

Verbeeld je eens dat een vinger van een hand op de grond valt en denkt dat hij een onafhankelijk leven kan leiden zonder met het lichaam verbonden te zijn. Dit gebeurt heden ten dage. De mensheid handelt als afzonderlijke vingers die vergeten zijn dat ze verbonden zijn met de oorspronkelijke levensbron.’

John Read

Psycholoog en onderzoeker naar geestelijk welzijn en hoogleraar uit Nieuw- Zeeland. Hij verdiepte zich in de psychosociale oorzaken van psychose. Hij verricht veel onderzoek in verband met de relatie tussen vroeg-kinderlijk trauma en geestelijke stoornissen en naar de gevolgen van stigmatisering.

E. Fuller Toorey

Amerikaanse psychiater die onderzoek verricht naar schizofrenie. In dit verband gaat zijn aandacht vooral naar de biologische oorzaken van psychose. Hij stichtte het AOT Assisted Outpatient Treatment waarbij een persoon die aan een psychische stoornis lijdt door supervisie geholpen wordt om in de gemeenschap te blijven functioneren mits hij zich aan bepaalde afspraken houdt.

De lijst van hulpverleners zou zeer onvolledig zijn als we niet in acht zouden nemen 

dat de twee jonge mensen wiens proces we in Crazywise in beeld volgen deze reflectie en kritisch bevragen voor een groot deel bevruchten.

Ze zijn door Phil met respect benaderd en dragen enorm bij tot het achten van de pijn die ze kennen om na een lang behandelingstraject hun eigen leven weer in handen te nemen. 

Ze laten zien dat ze in hun kwetsbaarheid ook de kracht in zichzelf moeten aanboren om niet alleen maar zichzelf te begrijpen maar ook zin te geven aan de weg die ze gaan. 

De weg die ze gaan is de weg van velen die zoekende zijn naar begrip voor wat ze zelf niet eens begrijpen omdat ze de processen die ze leven niet kunnen duiden.

In Crazywise leren we aldus Adam Gentry kennen en Ekhaya. 

Voor Adam zal het maken van de documentaire en zijn contact met Phil doorslaggevend zijn voor het leven van wat zich innerlijk aandient en het hoofd bieden aan wat hij vanuit de omgeving op zich voelt aankomen.

Voor Ekhaya is de ontmoeting met een Peer Support organisatie en in een latere fase met de genezeres Gogo Nana van cruciaal belang om zich bewust met de wortels van haar Zuid-Afrikaans cultuur te kunnen verbinden. Gogo Nana, die ook even aan het woord is in Crazywise wijdt haar in in de Sangoma-healing, wat betekent heling door de weg van de voorouders te volgen. 

Na haar genezingsproces besluit ze om in de sporen van haar begeleidster zelf ook de tradities van haar volk voor heling van anderen in te zetten.

Ook zijn de ouders van Adam en familieleden van Ekhaya als ervaringsdeskundigen aan het woord. Ze getuigen over wat het proces van hun familielid met hen gevoelsmatig deed. Een voor herkenning belangrijk onderdeel van de documentaire.

 

 

De sprekers op de conferentie

Huguette Beyens

Initiatiefneemster van deze conferentie, begeleidt mensen in hun geestelijke kwetsbaarheid in het natraject van hun crisis in Huize Poustinia.

Ze hanteert als kunsthistorica en psychotherapeute een dynamisch dieptepsychologisch en systemisch perspectief bij het integreren van de beeldtaal tijdens het proces van herstel.

Erik Thys

is als psychiater verbonden aan UPC KU Leuven en PSC St. Alexius Elsene en is actief in de psychosenzorg.
Tot zijn interesses behoren psychose, creativiteit en stigma. 

Hij is voorzitter van VZW KAOS, waar artistieke projecten met een link met psychiatrie ontwikkeld worden.

Erik Thys zal een lezing verzorgen met als titel: De kracht van Psychose.

Ludi van Bouwel

is psychiater en psychotherapeut. Zij is verantwoordelijk voor de structurerende afdeling voor jonge volwassenen met een psychose binnen het zorgprogramma psychose van UPC KU Leuven en verbonden aan het ambulante zorgtraject voor vroege interventie bij psychose VRINT bij UPC KU Leuven.

Ludi van Bouwel zal een lezing verzorgen met als titel:

Transformation in psychosis.

‘What can we learn from people around the world who have turned their psychological crisis into a positive transformative experience?

Transformatie in psychose. 

‘Wat kunnen we leren van mensen verspreid in de wereld die hun psychologische crisis in een positief transformerende ervaring konden omzetten?’

Margreet de Pater

expert op het gebied van “Verbindend gezag” is sociaal psychiater en voormalig opleider sociale psychiatrie.
Ze is redacteur van de rubriek gezinsinterventies van Psychiatrienet en schreef een boek over dit onderwerp:
De eenzaamheid van de psychose,
de rol van veilige strijd bij het ontstaan en herstel van een psychose. 

Over deze methodiek geeft ze ook trainingen.

Margreet de Pater zal een lezing verzorgen met als titel:

Psychose in de fase van de jonge adolescent.

 

Phil Borges

Phil Borges is een wereldberoemde fotograaf en antropoloog met een speciale belangstelling voor inheemse culturen en hun manier van leven.

Al meer dan 25 jaar brengt hij de cultuur van inheemse stammen in beeld om op die wijze een beter begrip te creëren voor de uitdagingen waar zij mee te maken krijgen.

Hij heeft ook meerdere documentaires op zijn naam staan die via Discovery Channel en National Geographic wereldwijd werden vertoond.

Zijn werk won verschillende awards en wordt wereldwijd in musea en galerijen ten toon gesteld.

Zijn laatste project is de documentaire “Crazywise” die hij op de conferentie inleidt en met het publiek na vertoning uitgebreid zal bespreken. Er wordt gezorgd voor vertaling.

Ook de documentaire is met Nederlandse ondertitels.

Meer over Phil Borges op: http://www.philborges.com

 

 

Waarom werden zij uitgenodigd

De psychiaters die als sprekers deelnemen zijn heel bewust omwille van hun engagement in verband met geestelijke kwetsbaarheid gevraagd en gekozen. 

Ieder van hen heeft jarenlange ervaring achter de rug en ze hebben een voortdurende reflectie op hun werk met mensen omgezet in concrete initiatieven die perspectieven openen voor een bredere kijk op geestelijke kwetsbaarheid.

Hen uitnodigen om via een dynamische en vruchtbare uitwisseling met Phil Borges en alle aanwezigen aan de conferentie deel te nemen maakt deel uit van de bruggen die geslagen worden. Met respect voor hun medewerking geven we hen in vertrouwen de ruimte om in een open geest setting hun visie op de aangesneden thema’s met ieder te delen.  

Heden ten dage staan niet enkel patiënten onder een zware druk maar ook de hele psychiatrie krijgt steeds meer te maken met veranderingen die zich voltrekken, de ernst van de symptomen die steeds maar toeneemt, het groot aantal allochtonen dat zich met psychische klachten meldt, de nadruk die in de media valt op wat er medisch in de psychiatrie verkeerd gaat, bezuinigingen op het vlak van gezondheidszorg en een toenemende drang om psychologische symptomen te classificeren en te generaliseren.

Binnen medische kringen heeft een psychiater soms een minder aanzien dan een neuroloog, die zowat aan de top staat, wat waardering betreft.

We zouden ons ernstig kunnen buigen over de vraag: wat doet deze context met mensen die hun roeping volgen en toch dit vak willen beoefenen?

Ook zij gaan een confrontatie aan met kwetsbaarheid.

Worden ze er slachtoffer van of is het voor hen een uitdaging om hun werkveld au sérieux te nemen, het grondig te bevragen en met nieuwe inzichten en zelfreflectie te verbreden?

In dit verband citeer ik graag een passage uit het boek Psychogenocide van Erik Thys, een boek dat verderop kort wordt samengevat onder de rubriek “Nieuwe en bredere visies op geestelijke kwetsbaarheid”.

‘Ook op de psychiatrie zelf en de mensen die er werken rust een stigma. 

Van oudsher zijn er folkloristische vergelijkingen tussen psychiaters, psychologen en patiënten. 

Die zijn goedaardig en niet totaal uit de lucht gegrepen: heel wat hulpverleners hebben ook een zekere ervaringsdeskundigheid. 

En daar is niets mis mee, zeker nu ervaringsdeskundigen meer en meer in de psychiatrische zorg ingeschakeld worden. Maar ook binnen de medische wereld dreigt er een zekere marginalisering van de psychiatrie. 

De toenemende technologisering van de geneeskunde wakkert de chronische identiteitscrisis van de psychiatrie aan. De psychiatrie lijkt gevangen in een eeuwige slingerbeweging tussen een bio-technologische benadering (medicatie, ECT, nieuwe technieken als transcraniële magnetische stimulatie) en een psychotherapeutische aanpak (psychoanalyse, gedragstherapie, systeemtherapie, acceptance and commitment therapy, mindfulness). 

Het bestaan van deze verschillende ‘scholen’ vloeit voort uit het feit dat psychiatrie een jonge wetenschap is die zich bovendien buigt over wat wellicht de meest complexe materie is die er bestaat: de menselijke geest. 

Tegenover de andere disciplines wil een biologische visie op de psychiatrie vooral technisch -wetenschappelijke geloofwaardigheid nastreven, waar andere scholen precies aan het medische domein willen aanbieden wat daar verloren dreigt te gaan: de menselijke, persoonlijke dimensie ( Verhaeghe 2012 ).

Ook maatschappelijk ligt de psychiatrie onder vuur: ‘de psychiatrie is te repressief maar ook te laks, te hoogdrempelig, onderbemand maar ook overmand, geobsedeerd door DSM-diagnosen 

en psychofarmaca. De schijnwerpers die op de psychiatrie gericht staan, maken dat enkele individuele schandalen op het hele domein afstralen. De sereniteit raakt zoek en broodnodige discussies worden nodeloos gepolariseerd. Al deze kritiek is behartenswaardig, maar psychiatrie bedrijven blijft elke dag weer een zaak van luisteren en begrijpen, geduld uitoefenen, hard werken, creatief proberen te zijn, afwegen, omgaan met machteloosheid. En van prachtige ontmoetingen. Misschien is wat in de luwte gebeurt belangrijker dan wat altijd weer de media haalt.’ 

Bij de psychiaters die voor deze conferentie zijn uitgenodigd staan deze vragen in hun werk met mensen die extreme vormen van psychische kwetsbaarheid ervaren centraal: wat dient in de klassieke benadering van geestelijke gezondheid worden aangevuld om een vollediger en veiliger omkadering te bieden aan hen die zoekende zijn om zichzelf geestelijk weer vaste grond onder de voeten te geven.

De focus in hun werk valt op het fenomeen psychose, dat ze binnen nieuwe perspectieven benaderen om aldus een dynamische begeleiding te faciliteren. 

In de context van de conferentie is hun aanwezigheid zowel gelinkt met het proces van Adam en Ekhaya dat in Crazywise in beeld komt als met het proces dat sjamanen doormaken, als ze een geestelijke crisis te boven komen en daarna anderen helpen. 

Er worden naar raakpunten en het geven van een vertaalslag naar een huidige nieuwere kijk op psychose, bipolaire stoornis enz. gezocht en dit komt dan ook in hun lezingen aan bod.

Ludi van Bouwel

Ludi van Bouwel is psychiater en psychotherapeut. Ze specialiseerde zich in psychose bij jongeren en psychoanalytische therapie.

Psychoanalytische therapie: in een psychoanalytische therapie onderkennen therapeut en patiënt samen hoe onbewuste patronen relaties, gedragingen en gevoelens beïnvloeden.

Ze is medeorganisator van het vroege psychose team VRINT 

(Vroege Interventieteam ).

In een lezing van 2012 met als titel “Van intramurale naar transmurale werking in de psychosezorg”, schrijft ze: 

“Het behoort tot de taak van een psychiater een zo nauwkeurig mogelijke diagnose te stellen om het behandelplan hierop af te stemmen. In onze medische discipline is het eveneens de opdracht vanuit bio, sociaal model onze patiënten te benaderen. 

Bij uitstek in de psychiatrie horen deze drie interagerende aspecten van de mens bij elke diagnostiek en ook behandeling een plaats te krijgen.

De psychotherapeutische opleiding die ik volgde, had een sterke impact zowel op de manier  van diagnosticeren alsook op het therapeutisch werk met patiënten. 

Een loutere DSM-diagnostiek bleek al gauw onvolledig en oppervlakkig en gaf me onvoldoende houvast om na te denken. De mogelijkheid van het voorschrijven van psychofarmaca biedt voor de psychiater een grote meerwaarde in zijn therapeutisch beleid maar zeker in de psychosezorg stelde ik vast dat de patiënten naast deze biologische benadering ook een nood hebben aan andere therapeutische interventies: patiënten vragen helemaal niet om psychofarmaca, ze hebben er een afkeer van en willen liever op een andere manier worden bijgestaan in hun menselijk lijden, als ze al willen geholpen worden.

Mijn psychotherapeutische opleiding is daarom ook meer dan een gewone aanvulling op het medisch diagnostisch en therapeutisch handelen, het maakt er essentieel deel van uit. Dat dit voor het contact met de individuele patiënt geldt, zal niemand verbazen, maar zeker ook in de organisatie van de zorg voor de psychotische patiënten heeft deze psychotherapeutische insteek de voorbije jaren een grote invloed gehad. Deze psychotherapeutische visie heeft ertoe geleid ( nog vooraleer vanuit de overheid stimulansen werden gegeven tot afbouw van psychiatrische bedden ten voordele van het ambulante werk ( art 107 ) ) de muren van het ziekenhuis open te breken en het accent te leggen op extramurale  en transmurale werking.

Een psychotherapeutische visie, van welke school of strekking ook, is ervan overtuigd dat de relatie tussen patiënt en hulpverlener de belangrijkste therapeutische hefboom is. Binnen deze relatie kan een ruimte ontstaan waarin de psychotische symptomen kunnen worden opgevangen en een betekenis krijgen. Niet zozeer het bestrijden van de psychotische symptomen maar veeleer het creëren van een ruimte waarbinnen kan geluisterd worden naar de patiënt en zijn familie staan centraal. Onze overtuiging is dat de aanpak van een psychotische patiënt een interdisciplinair teamwerk vraagt.”

Op haar vraag om de zorg voor de jong psychotische patiënt te her organiseren en een team te krijgen met wie ze ambulant met de zorg voor patiënten kon omgaan werd in 2007 positief ingegaan.  

Zo kon in 2009 het vroeg psychose project VRINT van start gaan.

Twee symposia op het GGZ-congres werden met de bevindingen van deze werking georganiseerd. “De ondraaglijke lichtheid van de vroeg psychose: Deel I en II.

Ludi van Bouwel eindigt haar lezing met een citaat van Darian Leader: 

“Therapeuten zouden de patiënten niet moeten zien als een vat vol afwijkende biologische mechanismen, maar moeten investeren in een dialoog en nieuwsgierigheid opbrengen voor de logica voor de wereld van de patiënt. Dan kunnen ze nieuwe therapeutische wegen inslaan en veranderingen mogelijk maken. Therapie kan niets meer en niets minder doen dan de patiënten helpen bij wat ze hun hele leven al proberen te doen; een veilige ruimte creëren om in te leven”.

In het boek “Spreken en gesproken worden. Psychoanalyse en psychosen”, waarvan ze samen met Jo Smet en Rudy Vandenborre de redactie ondernam schreef ze het hoofdstuk : 

Van een projectiescherm naar een mentale ruimte: residentiële psychotherapie met jonge psychotische patiënten.

Op de achterflap van het boek staat: 

‘Aan de hand van vele klinische vignetten beschrijven de auteurs (allen therapeutisch werkzaam) ontmoetingen met mensen die lijden aan een psychotische stoornis. Deze ontmoetingen zijn niet evident, ze gaan niet vanzelf. Het werk van een therapeut bestaat er veelal in om te helpen bij het tot stand brengen en in stand houden van een ruimte waar ontmoeting weer mogelijk wordt. Waar gesproken kan worden.’ 

Ludi van Bouwel wijdt daarin ook een stukje aan het beschrijven van een psychotherapeutische setting voor jonge psychotische patiënten in een psychiatrisch ziekenhuis, waaruit hieronder enkele citaten geplukt worden:

‘ We trachten op de afdeling een klimaat te creëren waarin de psychotische lijdende mens en de hulpverlener elkaar ontmoeten op een voor beiden verrijkende manier. Hoewel een psychotische episode een erg pijnlijk gebeuren is, zowel voor de zelf als voor zijn familie, zien we in de psychotische doorbraak toch ook een kans. 

‘ Indien men de psychose enkel vanuit een louter biologisch model gaat benaderen en als enig doel heeft de psychotische symptomen zo snel mogelijk medicamenteus te onderdrukken om een vlug ontslag uit het ziekenhuis te realiseren, dan bestaat het gevaar dat de patiënt zich als een passief slachtoffer van een ik-vreemd ziekteproces gaat ervaren. 

Wanneer echter in de psychotische ervaring een betekenis kan worden begrepen in termen van patiënts vroegere en actuele leven, interne en externe realiteit én bewuste en onbewuste conflicten, wordt de innerlijke groei bij de patiënt gestimuleerd en de evolutie naar een chronisch proces tegengegaan.(..)

Elke psychotische patiënt heeft het recht dat naar hem of haar geluisterd wordt en dat men tracht hem te begrijpen tot in de meest diepe lagen van zijn psyche.’

‘ Van een hulpverlener wordt verwacht dat hij op een gepaste wijze weet te reageren op zijn patiënt. Hierbij moet de therapeut in contact blijven met zijn eigen onbewuste en als het ware intuïtief vanuit zijn ware zelf reageren. Dit vraagt toewijding en liefde van de hulpverlener naar de patiënt toe.’

In het formuleren van haar besluit raakt ze aan de noodzaak van een ruimte waarin de patiënt zich beschermd voelt: 

‘ Het is een plaats waar bescherming geboden wordt, niet zozeer voor de bedreigende buitenwereld maar voor de innerlijke destructieve krachten die de psychische wereld van de patiënt dreigen te vernietigen. 

Het is een plaats waar de patiënt vastgehouden wordt ( in de holding betekenis ) zodat zijn angst en destructiviteit een grens krijgen.

 Een plaats ook waar hij een container vindt voor de ondraaglijke elementen binnen zijn persoonlijkheid. Een plaats waar de ondraaglijke pijn gemetaboliseerd, verteerd wordt tot een draaglijke ervaring. 

Door deze holding en containment kan hij toetreden tot een triangulaire wereld, waarin symbolisch gedacht kan worden en betekenissen in de plaats komen van chaos.’

In het boek “De gedoemde mens? Psychoanalyse, tragedie en tragiek”, van Paul van den Berghe als redacteur, verzorgt ze een artikel gewijd aan “De tragiek van Medea: tussen moeder en vrouw”. 

In het boek “De bedrieger bedrogen. Dromen in psychoanalyse en cultuur” onder redactie van Sjef Houppermans, Mark Kinet, Marc De Kesel schreef Ludi van Bouwel  een hoofdstuk over “De droom van Penelope. Je Rêve, donc Je Pense”.

Veelzijdig is haar visie op het leven en op psychische kwetsbaarheid. Ze voedt haar werk met de diepere laag van waaruit een mens leeft. Kunst, muziek en andere kunstuitingen spiegelen haar de inspiratie die ze hiervoor aanboort. Bovendien is ze ook antropologisch georiënteerd wat haar in het werk als psychiater en psychotherapeut bij het zicht op wat de mens beroert en in beweging brengt richting geeft. 

Erik Thys

Erik Thys is psychiater en actief in de zorg voor psychose. 

Op wetenschappelijk gebied onderzoekt hij psychose, creativiteit, kunst, stigma, en het lot van psychiatrische patiënten tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Hij is tevens kunstenaar en componist-muzikant. Hij organiseert regelmatig tentoonstellingen over Kunst en Psychiatrie.

Als voorzitter van VZW KAOS is hij nauw betrokken bij AREAS, de unieke artistieke residentie in de psychiatrie wat staat voor ARTISTIC RESIDENCY, ENCOUNTER AGAINST STIGMA. 

Kunstenaars worden uitgenodigd om samen te wonen en te werken met collega-kunstenaars met een psychische kwetsbaarheid, waarna het resulterend werk tentoongesteld wordt.

In zijn doctoraatsthesis “Fruitful and Fragile Minds, An historical overview and a systematic review of the empirical study of the link between creativity and psychopathology and its implication for stigma”, beschrijft hij een studie over de relatie tussen creativiteit en geestelijke ziekte. 

Hij onderstreept dat het belang van creativiteit niet mag worden onderschat. 

Hij hoopt dat door stil te staan bij de unieke kwaliteiten die mensen met schizofrenie, psychose-gevoeligheid en bipolaire stoornis vertonen een nieuwe beeldvorming van deze fenomenen kan ontstaan die het stigmatiseren kan indijken. 

De intuïtie dat er een link is tussen creativiteit en psychiatrie gaat terug tot in de Oudheid en leeft tot heden ten dage voort.  In zijn studie schetst Erik Thys een selectief historisch overzicht van de visie op dit verband en preciseert dat deze vooral de Westerse wereld geldt.

Dit leidt tot een conclusie dat in de bestaande literatuur over dit verband er een breed spectrum aan theorieën en benaderingen bestaat en dat er een nood is aan een consistente multidisciplinaire en bruikbare definitie van het begrip creativiteit.

Essentieel in de studie is een pleidooi voor het valoriseren van eigenschappen die bij mensen met  psychiatrische symptomen voorkomen die in de huidige maatschappelijke context zeer onderschat en genegeerd worden. Bepaalde waarden en opvattingen over creativiteit werken negatief stigma in de hand. Onderzoeken op welke manier deze mensen constructief kunnen bijdragen en hoe ze de medische wereld kunnen helpen opnieuw een relatie aan te gaan met psychologische, sociale, en culturele dimensies die nu uit het zicht dreigen te geraken kan leiden tot positief stigma die integratie in het gewone werkveld bevordert. 

Het is een feit dat creativiteit een belangrijke menselijke kwaliteit is waarop veel menselijke realisaties gebaseerd zijn.

De realiteit laat zien dat ondanks alle inzet om schizofrenie van een negatief beeld te bevrijden er wat dit betreft een grote tendens tot negatieve stigmatisering blijft bestaan, waar jammer genoeg de media aan blijven meewerken.

Op deze wijze is de menselijke diversiteit evengoed in gevaar als de bio-diversiteit in de natuur.

Hieronder een treffend citaat uit een lezing van Erik Thys over kunst, muziek en kwetsbaarheid.

‘Daar waar het mes van de normen snijdt ontstaat de wonde.’

Erik Thys schreef eveneens het boek: 

“Psychogenocide. Psychiatrie, kunst en massamoord onder de nazi’s”.

In het voorwoord schrijft Paul Verhaeghe: 

‘Dit is een vreselijk mooi boek. Mooi, omdat het goed geschreven is, kunst toont en wetenschappelijk stevig onderbouwd is. 

Vreselijk omdat het bewijst hoe wetenschap, hoe mensenwetenschappers in dienst van de macht andersdenkenden kunnen vermoorden en dit bovendien wetenschappelijk verantwoorden. In menig opzicht is dit een les voor deze tijd, daarom is dit ook een belangrijk boek.

Normaliteit berust op een grotendeels ongeschreven collectieve afspraak over de krijtlijnen waartussen wij ons leven met de ander en met onszelf uitbouwen. 

Wie normaal is, volgt de geplogenheden binnen de belangrijke sociale verhoudingen (gender, opvoeding, beroepsleven) 

met in het hart daarvan de verhouding die we tegenover onszelf innemen. Maar elke mens botst vroeg of laat op de limieten van die normen 

en dus op de limieten van het mens-zijn.’

In het eerste hoofdstuk van zijn boek schrijft Erik Thys: 

‘De verschrikkelijke behandeling van psychiatrische patiënten, mensen met een beperking en chronisch zieken tijdens het naziregime, van gedwongen sterilisatie tot systematische massamoord, heeft honderdduizenden slachtoffers geëist. 

Dat dit grootschalige en schrijnende drama tot nog toe -om het zacht uit te drukken-onderbelicht is gebleven, komt onder meer tot uiting in het feit dat het niet eens een naam heeft gekregen. (…) 

Omdat we menen dat een naam een volwaardige erkenning is, veroorloven we ons een nieuwe term ‘ Psychogenocide ‘ voor te stellen.’

Hij toont aan dat de eugenetica, een ideologie die ervan uitgaat dat het genetisch materiaal van een bevolking verbeterd kan en moet worden in direct verband staat met psychogenocide. En verder: 

‘ Hoe de kunst een slagveld wordt van de vernietigende nazizuivering 

en hoe dit onbedoeld een monumentaal modern kunstproject oplevert. 

En hoe psychiatrische patiënten steeds meer in het nazivizier komen.’

‘Hoe het artistieke werk van psychiatrische patiënten een belangrijke inspiratiebron wordt voor de moderne kunst, gelijktijdig met de opkomst van het nazisme. En hoe die invloed zich tot vandaag laat gelden.’

‘Hoe artistieke gevoeligheid en psychische kwetsbaarheid twee zijden van hetzelfde muntstuk zijn. En hoe de huidige wetenschap naar dit oeroude vermoeden kijkt.’

Een uitgebreide studie en overzicht volgt van de uitzuiveringsdrift van de nazi’s om onder meer in te zoemen op  ‘ Hoe psychisch kwetsbare moderne kunstenaars dubbel geviseerd worden. Hoe hun levens vernietigd worden, maar hun creaties overleven.’

In dit verband schrijft Erik Thys: 

‘De insteek van dit boek om psychiatrie, naziterreur en kunst met elkaar te verbinden kan misschien wat ongepast lijken. Tegenover de vernietiging van duizenden mensenlevens kan de aandacht voor kunst als enigszins luxeprobleem overkomen. Maar het belang van kunst kan niet overschat worden. Kunst kan uiteraard niet in de weegschaal gelegd worden tegenover een mensenleven, maar zeker is dat kunst de dood overstijgt. Wie schrijft, die blijft. Kunst is wat blijft van verloren beschavingen en vergeten mensen-een klein deel van de gemeenschap-die meer dan een speciale gevoeligheid delen met ernstige zieke psychiatrische patiënten. Het zijn niet alleen verwante zielen, het zijn verwante mensen.’

Bij hun uitzuiveringsacties betrekken de nazi’s ook artsen, die bovendien een sleutelrol toebedeeld krijgen: 

‘De massamoord had over de hele lijn een medische aura, met academici aan de top en ambitieuze en vaak minder bekwame artsen op de werkvloer.’

Erik Thys belicht verder ook het lot van psychiatrisch patiënten in Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog, alsook gaat hij in op de nasleep van de Psychogenocide.

Maar vooral ook op: 

‘Hoe de wortels van de Psychogenocide vandaag opnieuw een voedingsbodem kunnen vinden en waar de mogelijke kwetsbaarheden van de huidige maatschappij en medisch praxis hiervoor liggen.’

Wat leidt tot deze woorden: 

‘Het lijkt erop dat de stigmatisering en discriminatie van deze mensen, die de vredestijd al een realiteit zijn, de voedingsbodem kunnen vormen voor een verdere evolutie naar volgende stadia als doenlijke verwaarlozing of genocide in oorlogstijd. Daarom is het noodzakelijk om tegen psychiatrisch stigma en discriminatie te strijden en ook te zorgen voor goed uitgebouwde patiënten-vertegenwoordiging, juridische omkadering en advocacy.’

Gelukkig is er hoop! 

De auteur schetst aan het eind van zijn machtig boek een aantal positieve, hoopgevende ontwikkelingen die tonen hoe belangrijk het directe contact is in de verhouding arts en patiënt.  

‘ Direct contact geldt gebruikelijk als het beste wapen 

tegen om het even welke vorm van stigmatisering.’

En wat de situatie in België betreft: 

‘In België heeft de overheid enkele jaren geleden  duidelijk de kaart getrokken van de  ‘ zorg voor de gemeenschap ‘ wat de psychiatrie betreft. Dit wil zeggen dat patiënten bij voorkeur in hun eigen leefsituatie worden opgevolgd en zo min mogelijk ziekenhuizen. Daartoe wordt de capaciteit van ziekenhuizen verkleind en worden de hulpverleners die zo beschikbaar worden, ingezet in de psychiatrische thuiszorg. Dit is een belangrijke omwenteling die alle kans op slagen verdient. Voor zover ze niet uitsluitend economisch gemotiveerd is en ook nog oog heeft voor mensen die geen plaats in de gemeenschap vinden.’

Een boek dat de moeite waard is om lezen voor wie zich de ernst wil realiseren van wat een mens ertoe kan bewegen anderen te veroordelen en zelfs uit te roeien en hoe dit subtiel doorwerkt in elke neiging tot stigmatisering. Met tussen de regels te lezen een warm pleidooi voor het achten en valoriseren van psychische kwetsbaarheid.

Ter afronding een krachtig citaat van Elie Wiesel: 

‘De doden vergeten staat gelijk met hen een tweede maal doden.’

Andere publicaties van Erik Thys:

Co-auteur van Het Geheim van De Hersenchip. Zelfgids voor mensen met Psychose. Marc De Herdt, Geerdt Magiels, Erik Thys.

Samen met Marc De Herdt  auteur van Alles of niets. Zelfhulpgids voor mensen met een bipolaire stoornis.

Samen met Autisme Centraal auteur en tekenaar van Het Geheim van de Ruimtelift. Een stripverhaal over autisme.

Margreet de Pater

Margreet is sociaal psychiater. 

Sociale psychiatrie richt zich op de mens in zijn sociale culturele context. De interactie tussen de persoon en zijn omgeving wordt sterk onder de loep genomen en er wordt door begeleiding gewerkt aan het versterken van weerbaarheid. Grote zorg gaat uit naar het voorkomen van marginalisering en stigmatisering. Er wordt een brede waaier van behandelingswijzen gehanteerd.

Margreet heeft veel ervaring met het werken met families en schreef haar bevindingen neer in haar boek:

“De eenzaamheid van de psychose.  De rol van veilige strijd bij het ontstaan en het herstel van een psychose.”

Ze draagt het op:

‘Aan mijn vader die mij leerde zelfstandig te denken…. en aan mijn patiënten die dat ook doen , maar door niemand geloofd worden.’

In haar voorwoord schrijft ze: 

‘Ik behoor bij de ongelovigen: het zuiver biologische ziektemodel past niet met wat ik meemaak met familieleden en voor psychose vatbare mensen. Het is alsof het een verkeerd puzzelstukje is dat maar niet op zijn plek gewrongen kan worden.’

Werkend met patiënten en familieleden zocht ze naar een verklaring voor de vraag waarom patiënten slecht in staat zijn gevoelens en gedachten onder woorden te brengen die te maken hebben met hun verhouding met de mensen om hen heen? 

En zou er een therapie te bedenken zijn waardoor ze dat alsnog leerden?

Ze heeft het boek zo geschreven dat het toegankelijk is voor niet medici, mensen die een psychose gehad hebben, hun familieleden en andere geïnteresseerden.

De sporen in haar boek volgend zien we haar aan het begin van haar onderzoek een beschouwing formuleren:

‘Systematisch stonden we familieleden bij om overeind te blijven in hun relatie met hun psychotische familielid. Het ging er vaak heftig aan toe. We moedigden ouders aan grenzen te stellen aan het gedrag van hun psychotische familielid. We leerden hen ook waar ze géén dwingende invloed op konden hebben, net zo min als wij, en wat dus de verantwoordelijkheid van de patiënt zelf was: werken aan zijn herstel, verstandig leven.

Na zo’n proces met veel conflicten, gepaard gaande met woede en verdriet, werd de relatie tussen hen en hun voor psychose gevoelige gezinslid vaak beter. Menigmaal was de laatste in staat te vertellen over gebeurtenissen die het thema waren van de psychose, gebeurtenissen waar hij eerder nooit over gesproken had. 

Zegt dit proces iets over het omgekeerde? Dus niet alleen iets over hoe familieleden kunnen helpen met herstel, maar ook iets over processen die in de hand werken dat mensen kwetsbaar worden voor psychosen?’

Ze geeft aan dat in haar boek het verband wordt gelegd tussen conflicten, de ontwikkeling van het zelf, eenzaamheid en psychose. Mensen die een psychose krijgen hebben te weinig contact met hun zogenoemde kenzelf, dat met emoties verbonden is. Vooral het leren omgaan met heftige emoties zonder dat er ongelukken gebeuren komt centraal te staan in wat ze ‘ veilige strijd ‘ noemt.

‘Bij veilige strijd leren kinderen van andere mensen dat ze niet alles mogen, dat ze hun gedrag, maar niet hun gevoel moeten aanpassen aan de behoeften van andere mensen, maar dat die andere mensen ook rekening houden met hen. ‘(…)

‘Bij een psychose gaan alle remmen los. Daarbij lijkt het wel of elementen van het kernzelf als oude emoties in een gefragmenteerde vorm naar buiten komen. 

Wanneer het andere mensen lukt overeind te blijven -met name de mensen die het meest nabij staan- verdwijnt de noodzaak om emoties verborgen te houden. Het onderlinge contact groeit en de persoon die psychotisch was, wordt weerbaarder.’

Margreet besloot op een gegeven moment interviews van patiënten en familieleden af te nemen.

Ze schrijft in dit verband iets heel belangrijks. Dat ze vertrouwd was met de theorieën die een idee omvatten dat een psychose een teken was dat er een gezinsprobleem was. Vanuit een uitgebreide ervaring van werken met gezinnen kwam een heel ander verband naar voren: een psychose is een ramp voor een gezin. 

‘Gezinsleden ervaren dat ze hun psychotische kind, broer, 

zus of partner verliezen. Hij is niet meer degene die hij vroeger was.’

Het zou te ver voeren om alle aangesneden thema’s te noemen. Deze inleidende teksten om het boek te introduceren kunnen misschien verleiden om het boek te lezen en te ontdekken hoe zorgvuldig Margreet te werk gaat, hoe ze via de bestaande literatuur haar bevindingen verifieert en ook de recente onderzoekingen rond het functioneren van de hersenen erbij betrekt. 

Ze bevraagt ook hoe ze de psychosociale wortels van psychosen in kaart kan brengen.

Maar als een gouden draad doorheen het hele boek loopt de aandacht voor de eenzaamheid waarin een persoon die gevoelig is voor psychose beweegt.

Aan het einde van haar boek komt ze tot de conclusie dat het veilige-strijd-model een nuttige werktheorie is, waar nog verder onderzoek over open ligt en dat consequentie voor de behandeling heeft, zonder de strategieën die de patiënten zelf gebruiken om te herstellen uit het oog te verliezen.

Het boek is met veel respect voor ouders en familieleden geschreven. En als een soort slotakkoord noemt Margreet in haar uitleiding De psychotische mens als zenmeester.

‘Ik heb veel  van ze geleerd. Ik ben er een betere psychiater door geworden.’

‘Een zenmeester geeft onmogelijk opdrachten aan zijn leerling. Wat is hiervan de bedoeling? De bedoeling is dat de leerling teruggeworpen wordt op zichzelf. Hij bevrijdt zich van zijn conventionele denken en bedenkt creative oplossingen.’

 

 

 

Het ontstaan van de tekening

Ik geloof heel sterk dat de voorbereiding van een conferentie het thema van de conferentie trouw moet blijven en haar moet belichamen. Zo worden er tijdens deze voorbereiding veel bruggen gebouwd. Contacten leggen met mensen, die elk weer een ander facet van deze conferentie helpen belichamen. Zo dient de conferentie een doel vóór en hopelijk ook een doel na. In het verbinden van voor en na slaat de conferentie zelf ook een brug.

Het creëren van het concept en de uitvoering van de tekening was de eerste brug die gebouwd is als voorbereiding voor deze conferentie. Ik nam hiervoor met kunstenares Lydia Staemmler contact omdat ik haar waardeer omwille van de spontane authentieke manier waarop ze zich in het scheppen van haar werk beweegt. Elke kunstenaar die in de vorm uitdrukking geeft aan wat hij beleeft stelt zich kwetsbaar op en opent zijn geest voor wat in zichzelf, de ander of de gemeenschap beweegt. De vorm kan klankbord zijn of spiegel en hierdoor kanaliseert zij wat voorbij de woorden beweegt. 

Lydia komt uit Dresden en op een of andere manier speelt dit voor mij ook een rol bij de keuze om haar te vragen. Dresden is tijdens de oorlog platgebombardeerd. Een enorm trauma trof de bevolking en de mensen die daar wonen hebben daarna hard moeten werken aan de opbouw en het herstel van hun identiteit. Door de laatste jaren van nabij het Duitse volk te leren kennen is de impact van een collectief trauma op het individuele leven van een mens zeer tastbaar geworden. 

Oost-Duitsland is bovendien lang een buitenbeentje geweest en ik vind het dan ook zeer noemenswaardig dat Lydia in haar traject zich niet door culturele grenzen laat weerhouden om haar ontwikkeling volop te leven. Ze koos een vak dat haar doet reizen, zowel letterlijk als innerlijk. Ze liep stage in verschillende grote theaters in Europa en innerlijk doet ze vaak moeite om zich te verplaatsen in de wereld van anderen.  Ze leert de taal van een land om de inwoners beter te begrijpen. Door de beelden die ze tijdens dit traject creëert slaat ze bruggen: bruggen tussen culturen, tussen innerlijk en uiterlijk, tussen verschillende lagen van bewustzijn en vooral tussen haar en de opdrachtgever.

Ik was in dit geval de opdrachtgever en ik stelde mij hierin heel kwetsbaar op. Ik had geen pasklaar concept van de tekening wel een heel sterk aanvoelen van wat ze moest belichamen. Alles moest dus starten bij een dialoog en een wederzijds vertrouwen. Het was voor haar geen gemakkelijk opdracht, want deels introduceerde ik haar tijdens deze uitwisseling in het brede spectrum van geestelijke kwetsbaarheid en vertelde haar over de belevenis van leegte en diepte die als thema’s in toestanden van extreme geestelijke kwetsbaarheid opduiken.

De leegte omdat men zich eenzaam voelt en de aansluiting met de gemeenschap mist en de diepte omdat het gevoel van vallen en donkerte deel wordt van hen die even de oriëntatie op het leven kwijt zijn. Ik had deze thema’s reeds in haar werk herkend toen zij mij de presentatie van haar eindwerk liet zien en ik het ook kon lezen. Daarom vertrouwde ik erop dat ze zowel feeling heeft met de grondslag van het thema  van de conferentie als voeling met het lijden dat mensen doormaken als ze de weerbaarheid missen om met hun geestelijke kwetsbaarheid te dealen. Wat het beeld van kloof en bruggen bouwen evoceert.

Het proces van afstemming kostte tijd maar vooral veel inleving en diep peilen naar. Ik vertelde haar ook over de diversiteit in hoe zich verhouden naar geestelijke kwetsbaarheid en hoe elke houding invloed heeft op het wel of niet ontstaan van bruggen of op het dichten van de kloof.

Ik besprak met haar hoe belangrijk de vraag is: hoe verhouden hulpverlener en hulpbehoevende zich tot elkaar. In hoeverre bepaalt het besef van de omkeerbaarheid van deze posities de kwaliteit van de brug die wordt gebouwd?.

De tekening ontstond naarmate wij elkaar begrepen, en tot een consensus kwamen in het belichamen van het thema dat eenmaal onder de loep genomen, zich veelzijdig verdicht. De eerste brug die geslagen is en die uitnodigt om er nog veel te bouwen. Voor, na en vooral ook tijdens de conferentie.

Je kan de tekening bekijken en bevoelen, zelf van positie in de tekening veranderen en het veranderen van perspectief ervaren als je je positie wijzigt.

De tekening wil in de geest van de conferentie reeds een uitnodiging zijn om niet eenduidig naar geestelijke kwetsbaarheid te kijken en er zeker niet eenduidig over te spreken. Voorop staat de dialoog die in deze tijd een ongelooflijk belangrijke waarde is. In deze zin heeft de tekening een universele grondslag.

Hoe kan ik de ander die een volledig ander standpunt vertegenwoordigt in zijn waarde laten en tot mij laten spreken. Wat niet hetzelfde is als mijn waarde plakken op wat de ander met mij deelt.

Diversiteit leven en beleven betekent wel echt niets en niemand uitsluiten, wat niet wegneemt dat het anders zijn van de ander of van een cultuur mij vreemd kan overkomen in de zin van ongekend. En zolang de mens leeft ervaart hij ongekend als bedreigend en beangstigend. Deze natuurlijke neiging ten aanzien van het ongekende, vreemde kan zich vertalen in terughoudendheid, oordeel, ontkenning, gevecht, angst of een eerlijk onderzoek naar wat je zelf nodig hebt of kunt aanspreken om het ongekende veilig te betreden.  

Voor dit laatste is soms ondersteuning, inzicht en kennis maar vooral ervaring nodig. Dit alles om niet in een gat te vallen en overweldigd te worden door wat men niet kent of onvoldoende heeft verkend.   

Ik stel, uit dank en erkentelijkheid voor haar milde en geduldige medewerking aan de conferentie, graag aan u voor:

Lydia Staemmler

schilderes, decorontwerpster, getraind in de animatie met kinderen rond het ervaren van kunst en cultuur, ontwerpster van eigen creaties en wonderbaarlijke beelden die de kijker meenemen in een beleving van ongekende werelden die in relatie tot zichzelf beleefd omkadering kunnen bieden voor wat beweegt voorbij de woorden.

Aan u om haar beter te leren kennen via de informatie die u hieronder aantreft: 

In haar werk waarin ze kinderen met scheppen vertrouwd maakt biedt ze volgende activiteiten aan:

Kinderkunstlokaal: kunst voor en met het kind

De kledingkast van mijn grootmoeder

De kinderen horen het verhaal van mijn grootmoeder die vertelde hoe ze hemdjes maakte van ongebruikte stoffen herenzakdoeken. Het was oorlog en er was schaarste aan alle mogelijke goederen. Daardoor moest ze improviseren met wat ze had. Ik breng kledingstukken mee die nu niemand meer draagt omdat ze ouderwets, gescheurd of verbleekt zijn. De kinderen veranderen een kledingstuk in iets, dat ze nu nodig zouden kunnen hebben, zoals een dier of speelgoed. Ze geven vorm aan hun eigen onderzoek naar kleding en stof.

Het recyclingmuseum

We gaan een recyclingmuseum openen! De kunstwerken zijn gemaakt van oude, afgedankte spullen. Ja, afval. Maar wanneer is iets afval? Is alles wat stuk is of niet meer te gebruiken ook meteen waardeloos? Of kun je van het oude materiaal misschien nieuwe dingen maken? Kan een oude schoen een auto worden of een blouse een knuffel?

De kinderen gaan gescheurde kleding, oude matrassen of kapotte schoenen onderzoeken, uit elkaar halen en met naald, touw, lijm en nietmachine opnieuw verbinden tot hun eigen creatie. Aan het eind richten ze uiteraard zelf het museum in.

De leerlingen denken na over het concept afval en de mogelijkheden die het biedt. Ze werken zelfstandig aan de probleemstelling hoe je van oude meuk iets leuks kunt maken. Samen met de hele groep bedenken ze hoe ze de winkel willen inrichten om hun creaties tentoon te stellen.

Haar eindpresentatie.

Hieronder vind u een link naar de eindpresentatie voor haar diploma dat Lydia samen met een collega heeft opgezet. Met als titel: ‘ Waiting for the Barbarians’ van de schrijver J.M.Coetzee. Het verhaal vertelt de geschiedenis van een man die in contact komt met een andere cultuur en wat dit veroorzaakt in de samenleving waarvan hij deel uitmaakt. Het thema raakt aan de intentie om bruggen te slaan en de weerstand hiertegen, die door cultuur en gewoonten bepaald wordt. J.M. Coetzee, die de Nobelprijs voor literatuur ontving verwerkt in veel van zijn boeken het thema van de eenling die zich in een groep staande moet houden.

De presentatie begint met deze tekst:

‘Kultuur en beschaving in de breedste etnologische zin, omsluit weten, geloof, kunst , moraal, wetten, zeden, en alle overige vaardigheden en gewoonten, welke de mens als lid van een gemeenschap zich toegeëigend heeft.’

Hieronder vindt u een samenvatting van het verhaal:

‘Het boek gaat over een kantonrechter van een naamloos stadje, hij is de hoofdpersoon en de verteller van het verhaal. Hij leeft een rustig leven totdat een politie-inspecteur. De hoofdinspecteur begint een expeditie tot buiten de grenzen van de het rijk. Hij pakt een groepje “barbaren” op die hij ondervraag en martelt. Na een korte periode worden de barbaren weer uit het dorp gezet, met uitzondering van 1 meisje. De kantonrechter(want niemand in het boek heeft een naam) neemt dit meisje in zijn huis en verzorgt haar.

Maar na een verloop van tijd wil hij het meisje terugbrengen naar haar stam en begint met een gevaarlijke reis over zoutvlakten en woestijn. Na een lange en uitputtende reis brengt hij het meisje naar de barbaren en gaat dan zo snel mogelijk weer terug naar zijn stad.

Eenmaal daar aangekomen ontdekt hij dat een groot leger elk moment een veldtocht tegen de barbaren wil beginnen. Hij wordt opgepakt omdat de politie-inspecteur denkt dat hij de barbaren heeft gewaarschuwd en hij wordt voor een aantal maanden in een gevangenis gegooid. Als hij vrijkomt ontdekt hij dat de veldtocht tegen de barbaren gefaald is. De overgebleven soldaten plunderen de stad, in afwachting op een aanval van de barbaren die nooit komt. Nadat de laatste soldaten ook gevlucht zijn neemt hij weer de leiding over op de stad en wordt alles weer als voorheen.’

Hierbij vind u een link naar een korte inleiding op haar presentatie.

Verder contact met haar op haar site: www.lydiastaemmler.de

 

 

Muzikale omlijsting

De conferentie raakt aan een grondthema van het leven: hoe een gezonde relatie opbouwen met geestelijke kwetsbaarheid?

We hebben als mens hiervoor heel wat vermogens of instrumenten tot onze beschikking. Door deze vermogens te leren aanspreken kunnen we ons lichaam, gevoel en geest helpen helen.

Een van deze vermogens is muziek maken of beleven. De mens heeft heel vroeg ontdekt dat de materialen die hij in de natuur aantrof klanken konden voortbrengen. Dit ontstond in een tijd waarin de mens nog volop afhankelijk van de natuur was en op klanken in de natuur voortging om zich er op te kunnen oriënteren en om te ontdekken hoe hij het best kon inspelen op de veranderingen die er zich in voltrokken. 

Wat eens deel uitmaakte van overleven werd beetje bij beetje ook bron van creativiteit en heling. Het spel om het spel, het improviserend verklanken en uitdrukking geven aan impressies ontstond en zo sprak de mens zichzelf ontdekkend dit wonderlijke vermogen tot zelfheling aan dat tot op de dag van vandaag mensen beroert, ontroert en vervoert.

Ondertussen wordt in onze tijd ook meer en meer waarde toegekend aan het bewust gebruik maken van muziek om iemand te helpen van chaos tot orde te komen, van verstoring tot rust, van schok tot beweging, van trauma tot kracht in de verwonding te bewegen enz.

In situaties van extreme geestelijke kwetsbaarheid is het vaak muziek die mensen helpt het contact met zichzelf te behouden. Het geloof in hun menselijke waardigheid aan te sterken.

Van inheemse culturen leerde ik dat muziek een onafscheidelijk onderdeel van heling is. Muziek voegt een dimensie aan heling toe, die mogelijkheden tot expressie opent die verder reiken dan kunnen verwoorden van. Woorden schieten in momenten van extreme kwetsbaarheid soms tekort of dekken de lading niet of niet meer.

Een vrouw uit de Dogon-cultuur, de oudste cultuur in Afrika, in het huidige Mali, vertelde me dat de Djembé voor hen het behoud van hun waardigheid als volk belichaamt. Door het dagelijkse harde werk in de mijnen die zowel volwassenen als kinderen verplicht door de blanken dienden te verrichten waren ze zo uitgeput dat ze bijna niet meer aan andere dingen toekwamen.

De oudsten deden als hulpactie hun best om de leden van de stam aan te moedigen ’s avonds rond het kampvuur ondanks alle pijn, vernedering en vermoeidheid djembé te spelen en via klanken, ritme, stem en dans hun geestelijke vermogens te blijven aanspreken om als mens niet af te knakken en de eigen identiteit en waardigheid te verliezen.

Door  de djembé konden op deze wijze ook de oude tradities en waarden van het volk aan de jongeren doorgegeven worden zodat ze niet verloren gingen en ze hun eigen ankerpunten behielden om als mens waardig en gezond te leven.

Er zijn ontelbare voorbeelden van hoe dit vermogen in inheemse culturen wordt aangesproken.

Muziek is ook een hoofdbestanddeel van sjamanistische rituelen. De trom verzamelt bij iedere belangrijke verschuiving of gebeurtenis in de stam al de leden van de stam rond een zelfde doel.

Zin en betekenis verlenen aan wat hen overkomt.

Ook bij ons kennen we voorbeelden van de rol die muziek speelde voor overlevers van Auschwitz en de oorlog. 

Daarom is ook de muziek een hoofdbestanddeel in de conferentie. Ze maakt deel uit van de opening van de conferentie, van de film, ze is brug tussen de verschillende onderdelen, en ze dient als slotakkoord.

Dank zij de welwillende inbreng van enkele muzikanten die muziek aanwenden voor het kanaliseren van geestelijke kwetsbaarheid kunnen we ze life ervaren en tot bedding maken voor het verwerken van wat ons op deze dag beroert, waardoor ze ons helpt naar voren te bewegen. Wat hier betekent actief participeren en inspelen op wat zich aandient.

Beatrice Van der Linden

Ze ontdekte al heel vroeg in haar leven dat muziek een onafscheidelijk gezel in haar leven zou worden. Ze kon met muziek taal geven aan wat met woorden soms niet te vangen is. Snaren beroeren deed haar ervaren dat wat je innerlijk beroert kan worden verklankt als je je instrument zo weet te bespelen dat het deel van jou wordt en jij deel van het instrument.

Maar een instrument als deel van jezelf leren bespelen is een lange weg van oefenen, mislukken, vallen en opstaan, soms ook van niet weten, van tasten in het duister en wachten tot je weer geïnspireerd de klanken vindt om het onzichtbare leven dat je leeft herkenbaar te vertalen.

Musiceren is een dubbele beweging: een beweging naar jezelf en naar de ander toe. In het creëren van deze tweevoudige beweging sla je als muzikant een brug tussen klank en klankbord: tussen klank en instrument en tussen klank en toehoorder. Een muzikant is als hij zuiver afgestemd vertolkt een bruggenbouwer.

Zo ervaar ik Beatrice als zij de stukken vertolkt die ze zelf heeft gecomponeerd. Ze vertolkt wat haar in het leven zoal beroert en zo passeert doorheen haar intimistisch klankspel het hele gamma aan menselijke gevoelens en zeker ook de passie voor het leven. 

De dingen die de moeite waard zijn om te worden gehoord, gezien en geacht. Al is ze er zelf niet altijd zo zeker van en overschaduwt het zoeken soms een tijdje het vinden van. 

Er is echter in haar musiceren geen streven naar, maar een plek geven aan. Componeren wordt een ritueel in dienst van wat zonder plek zonder verhaal blijft. Het niet gedeelde leven dat zich niet kan voortplanten en soms daarom ook zijn vruchten niet afwerpt. En zelfs in de moeilijkste momenten van haar leven, waar duister soms licht dreigt te verdringen, was het de muziek en haar gitaarspel dat haar motiveerde niet van haar weg af te wijken. Of om middenin de chaos de orde der dingen te zien. Haar levensparcours is intens en de uitdaging om respons te geven aan waar ze voor komt te staan is dan ook de directe inspiratie voor haar eigen muzikale creaties.

Ze blijft hierin bescheiden, de thema’s die ze muzikaal leeft zoekt ze niet, ze vinden haar. Ze heeft op een dag ontdekt dat door ze te omarmen ze haar meenemen in een verder ontwikkelen van wat ze aan mogelijkheden in zich draagt. Een geschenk van het leven dat kan worden geleefd als het instemmend beantwoord wordt.

Als ik haar bezig zie, de snaren beroerend van haar gitaar met tien snaren, dan weerspiegelt ze de woorden van Hans Christian Andersen:

Muziek en ritme vinden hun weg tot in de geheime plaatsen van de ziel.

Waar woorden tekort schieten spreekt muziek.

Ik heb aan den lijve ervaren dat haar muziek rust schenkt aan mensen die moeilijke dingen doorstaan. Zieken en stervenden vinden in de sereniteit van haar klanken de bedding die hun geest zoekt om te verwerken wat zich soms heftig aandient.

In de palliatieve zorg is de inbreng van haar muziek ook waardevol gebleken. 

Dit motiveerde mij om haar te vragen ook in deze conferentie bij te dragen aan het bedding geven aan wat zich op deze dag innerlijk aandient en een brug nodig heeft.

Als muzikant zal ze de brug verzorgen tussen impuls en respons op. 

Wat beroert zoekt een plek en in het geven van een plek is het goed om te ervaren dat klanken hierbij helpen. Vooral als de woorden ontbreken om te duiden wat er wordt geleefd. Ook zonder woorden geven we betekenis aan als we bewust de beweging leven. Het mogen in beweging zijn en komen, innerlijk bewogen  door herkenning naar de ander toe bewegen en spiegelen dat wat we leven een gemeenschappelijke grond heeft: ontdekken wat het inhoudt om volop mens te zijn.

En vooral ook:

Deel worden van muziek en haar als deel van jezelf ervaren.

Beatrice zal enkele van haar zelf gecomponeerde stukken verklanken zoals

“Go with the flow” en “Omhulling”.

Tijdens haar gitaarspel wordt door een bijpassend beeld de inspiratie voor het stuk geëvoceerd.

Meer informatie over Beatrice kan je vinden op haar website, waar ze zichzelf profileert.

Ze bracht reeds enkele CD’s naar buiten waarover in de site meer te lezen valt.

www.beatricevanderlinden.be

Sam Deltour

Sam Deltour is vanaf het prille begin nauw bij de opzet van deze conferentie betrokken. Als jonge psychiater in opleiding wordt hij tijdens diverse stages geconfronteerd met verschillende vormen van psychische kwetsbaarheid. De keuze om in deze richting verder te gaan berust op een geëngageerde bekommernis om mensen in crisis te omkaderen en te helpen hun eigen kracht aan te spreken om zo op een veilige manier door een moeilijke periode in het leven te reizen.

Het is niet vanzelfsprekend om in tijden waarin omtrent psychiatrie veel beweegt en in vraag wordt gesteld met deze keuze door te gaan. 

Dit vereist een bereidheid om de eigen kwetsbaarheid onder de loep te nemen en er een bewuste relatie mee aan te gaan. De persoon in crisis bevindt zich in een voor hem onbekend gebied wat vraagt om een gids die tijdens deze moeilijke tocht helpt veilige wegen te bewandelen.

Sam heeft ervaring met de moeilijkheden die een reis in onbekend gebied met zich mee brengen en weet wat er nodig is om in tijden van ontbering en nood in een ondernomen traject stand te houden.

Hij nam meermaals deel aan de 1600 km lange Iditarod sledehondenrace in Alaska en vestigde samen met Dixie Dansercoer het wereldrecord voor de langste expeditie in volstrekte autonomie op Antarctica.

Dit deed hem ook kennis maken met andere culturen en hij had er het voorrecht onbekende, ruige en nooit eerder door de mens betreden gebieden te verkennen.

Hij dompelde zich onder in de verlatenheid van ijzige vlakten en grillige ijsrotsen die zich voor hen eindeloos uitstrekten en kon er ervaren wat leegte en al-één zijn met een mens doen. Deze ervaringen helpen hem om innerlijk aan te voelen wat anderen nodig hebben om zich in hun proces ondersteund te voelen.

‘Als we de enige tent die we hebben loslaten terwijl we ze opzetten komen we in een levensbedreigende situatie terecht. De koude en de wind eten ons dan levend op’, schreef Sam in het reisverslag van de expeditie op Antarctica.

In het prachtige fotoboek boek dat hun tocht in beeld brengt staat een tekst van Marcel Proust;

“De echte ontdekkingsreis bestaat niet uit het creëren van nieuwe landschappen maar in het kijken met nieuwe ogen.”

En nog een tekst van Walter Elliott die mooi aansluit:

“Doorzettingsvermogen is geen lange race maar vele kleine races na elkaar.”

 

Sam houdt ook van muziek en zal op de conferentie een muzikaal intermezzo verzorgen.

Hij brengt improvisaties op zijn American Flute en vertolkt enkele liederen.

Sam schreef een tijdje geleden in opdracht van de Vrijdaggroep waarvan hij deel uitmaakt een artikel over geestelijke kwetsbaarheid, dat u hieronder integraal kan lezen.

http://www.knack.be/nieuws/tag/sam-deltour-272751.html

 

 

Kunstzinnige omlijsting

Laat de pijn pijn zijn 

niet in de hoop dat hij oplost

maar met het geloof dat hij op zijn plek valt

in de orde der dingen. 

Waar hij niet minder pijn is 

maar waarheid in vorm.

Omdat al wat natuurlijk is een innerlijke orde heeft

en er naartoe beweegt

zoals leven natuurlijk is als een blad.

Oude anonieme tekst

 

De eerste vormen waarin de mens zich beeldend uitdrukt zijn oud, heel oud. Zo oud dat we moeilijk kunnen achterhalen wat de mens destijds bewoog om uit te drukken wat hij toen ervoer.

Eeuwenlang is de drang tot scheppen aan de mens eigen gebleven en bepaalde mede de ontwikkeling van de cultuur waarvan hij deel uitmaakt. Of nog anders gezegd: de cultuur werd drager van wat de mens innerlijk beroert maar vooral begeestert. De kunst van een cultuur werd een boek dat de innerlijke zoektocht van de mens in beeld brengt. A map of life, een kaart waarin het leven gelezen wordt.

Aan de basis van elk van de vele vormen waarin de mens zich eeuwenlang al uitdrukt liggen waarneming en gewaarwording alsook de verwondering over wat men waarneemt en gewaarwordt.

Wat wij creativiteit noemen is verwondering als impuls tot scheppen beleven.In het uitdrukken van de beleving van de waargenomen innerlijke of uiterlijke werkelijkheid kan ze zich in een andere gedaante laten zien, die een betekenis vrijgeeft waarin de oorspronkelijke ervaring kan worden herkend als deel van zichzelf dat aan het licht komt.

Sedert het begin van de mensheid ontsluit zich in het scheppen van vormen de geestelijke dimensie van het leven. Wat kan de geest zonder materie en materie zonder geest?    

Scheppen laat zien dat ze elkaar aanvullen wat ons een vermoeden geeft dat materie gestolde geest is. Een vermoeden dat ook al eeuwen oud is. 

Het werd de drive achter de zoektocht van de alchemist naar goud.

Als bewerker van materialen schept de mens, en voor zichzelf en voor de ander, mogelijkheden om de materie als drager van geest te bestemmen.

Dit laatste is voor inheemse volkeren een grondthema van waaruit het dagelijkse leven vorm en structuur krijgt. De eerbied voor wat de aarde in haar scheppende impuls voortbrengt is ontzag voor de geest die erin werkzaam is. Een geest die zich in oneindige vormen verdicht en die de mens ontsluiert door in de materie werkzaam te zijn.

Scheppen is in de materie werkzaam zijn. Durven toegeven aan wat via de materie ons aanspreekt. De verwondering over het zand en de zee die door eb vloed vormen boetseert, doen het kind met zijn handen het zand beroeren tot het scheppend zijn eigen zandkasteel bouwt.

Daar begint het vertrouwen van de beweging van uitdrukking geven aan. Ongestoord en aangemoedigd wordt dit vertrouwen na vele bewegingen zelfvertrouwen. Het durven vertrouwen van wat men van zichzelf niet kent en ontdekkend als deel van zichzelf herkent.

Dit is in een notendop de grond waarom creativiteit en geestelijke ontwikkeling zo nauw met elkaar verweven zijn. Creativiteit is niet beperkt tot het scheppen van kunst met een K maar maakt deel uit van de betekenis die we elke handeling, gedachte, gevoel en gebaar kunnen toedichten in de eb en vloed van het dagelijks leven. Ze was en is de basis van alle ambachten. Van elke beweging die de mens innerlijk maakt om zijn wereld en zijn beleving zo in te vullen dat ze hem in zijn ontwikkeling dient.

Daarom ook is mogelijkheden creëren om de scheppende vermogens in de mens te wekken een onlosmakelijk deel van een proces van genezing. Op voorwaarde dat genezing als een proces wordt gezien. Waar ruimte is voor een proces wordt er dynamisch naar her leven gekeken: als een scheppend ontwaken aan jezelf in de eb en vloed van het leven.

Gelukkig wordt meer en meer de waarde van de scheppende vermogens van de mens geacht  in het begeleiden van mensen die zichzelf zoeken of in crisis verkeren. Het maakt deel uit van het vinden van ankerpunten om ordening te ontwarren in de chaos die zich op dergelijke momenten kan aandienen.

In deze geest wil de conferentie door het aanwezig stellen van vormen die tijdens een proces van herstel en ontplooiing van het vermogen de eigen geesteskracht aan te spreken tot leven kwamen. In deze context zullen een aantal mensen op uitnodiging hun creaties delen. Dit delen is zich ook kwetsbaar opstellen.

In een zich kwetsbaar openstellen voor wat in deze werken ons aanspreekt kan eenieder zich verbinden met wat doorheen deze werken mensen onderling met elkaar verbindt. Een samen bewegen in de geest van de materie om kennis te nemen van de werking van de geest.  

Huguette Beyens

Tot slot nog enkele citaten die de wisselwerking geest en materie weerspiegelen.

“Bij het woord ‘compositie’ werd ik altijd innerlijk aangedaan 

en ik maakte het later tot mijn levensdoel een ‘ compositie ‘ te schilderen. 

Het woord zelf had op mij het effect van een gebed. 

Het vervulde mij met ontzag.

Dat wat materieel nog niet bestaat kan zich nog niet materieel uitkristalliseren. 

De geest die naar het rijk van morgen leidt, 

kan alleen door het gevoel worden herkend.”

Wassily Kandinsky.

 

Wij stellen aan u voor

Ingrid Vanderwaeren

Het werk van de beeldend kunstenaar is ontstaan uit beweging, 

is zelf vastgelegde beweging, 

en ook de waarneming ervan gebeurt in beweging.

Paul Klee

Met deze woorden zou ik graag de bijdrage van Ingrid Vanderwaeren willen omschrijven.  Zij zal op de conferentie een aantal beelden van zichzelf tentoonstellen die ze verspreid over jaren vanuit haar innerlijk groeiproces liet ontstaan.

Op de vraag wat haar in de beelden die ze tijdens dit proces van zich innerlijk ontvouwen creëerde heeft bewogen verwoordt ze hieronder haar diepgaande ervaring van houwen in de steen. 

Ze legt woord voor woord bloot hoe de steen beetje bij beetje zijn geheimen voor haar ontsluiert en hoe zij scheppend deel wordt van de steen en de steen van haar.

Een getuigenis van onbevangen waarnemen, openstaan voor de innerlijke respons op deze waarneming en ontsluiten wat zich in de materie in relatie tot waarnemen en respons geven aan ontsluit.
Een mooi voorbeeld van kwetsbaarheid die zich tot kracht verdicht. 

Of van vertrouwen in de beweging die van binnen uit ontstaat.

Huguette

Ingrid over haar werk…

Een beeld maken, start vanuit de behoefte om iets uit te drukken, iets naar buiten te brengen dat nog onzichtbaar en onnoembaar is, maar al wel voelbaar is in mij.

Vanaf het moment van de keuze van de steen tot de laatste afwerking, is het een proces van doorvoeld relatie aangaan. De relatie met wat er nu voelbaar is in mezelf, en de relatie met deze unieke steen.

Het eerste contact is verkennend en oppervlakkig, maar naarmate de beitel in diepere lagen van de steen doordringt, toont de steen zich meer en meer in zijn rijkdom. Verschillende eigenschappen laten zich fysiek zien en bevoelen, en raken iets in mij…

Het samenspel tussen wat de steen in zich heeft en toont, en wat dit raakt in mij, brengt een omvormingsproces met zich mee.

Het is het ‘samenspel’ dat de uiteindelijke vorm bepaalt. Het gaat over het samengaan van de kwaliteiten en grenzen van ons beiden. Over onze kwetsbare plekken, onze breekbaarheid, onze kleurschakeringen, onze onverzettelijkheid op bepaalde punten, onze ruwe vorm of zachte talk, onze schitterende kristallen of doffe plekken,…

Haal ik uit de steen wat er in zit?

Haalt de steen uit mij wat er in mij leeft?

Zeker is dat we allebei in beweging komen en dat er gaandeweg iets ‘ontstaat’ vanuit wat ik voel dat me raakt, wat me aantrekt of wat ik mooi vind, wat me opvalt,… dat probeer ik steeds opnieuw zichtbaar te maken. En vaak evolueert de steen dan door naar een andere vorm, was dit slechts een tussenstadium, totdat het uiteindelijk ‘uitgewerkt’ voelt.

Wat wou uitgedrukt worden, is dan uitgebeeld.

Het beeld staat er

.

“Plots zie ik er iets vrouw-achtigs in.

Het is moeilijk om een evenwicht te vinden tussen

dit vrouw-achtige te laten bestaan zoals het er in zit

en er een vrouw van te maken 

volgens de voorstelling die ik er (graag) van heb.

Ik probeer er ‘mijn vrouw’ van te maken 

maar merk dat ik dit moet loslaten.

Het is geen vrouw met menselijke proporties, 

maar het is een steen met een onmiskenbaar vrouwelijk element;

 het is een moeder.

Oer-moeder.”

Bram Julian D.

Mystiek en poëzie zijn twee woorden die ik graag met het werk van Bram verbindt. 

Kleur en vormgeving dienen volkomen een innerlijk proces. 

Geïnspireerd  geeft hij vorm aan een diep innerlijk zoeken rond het raakpunt zin geven aan en peilen naar de zin van wat hem overkomt.

Het leven kent vele uitdagingen en ongelooflijk groot is de uitdaging om op de drempel van jezelf in de wereld profileren, je beide ouders te verliezen. Een existentiële vraag dringt zich op:

Hoe hieraan respons geven als de hulpbronnen niet in het zicht zijn om hen anders dan voorheen een plaats in je leven te geven.

Soms wordt groei dan onderbroken door overweldigd worden door innerlijke inhouden die het zicht op de eigen levensweg vertroebelen. 

Ze borrelen op uit de diepe wateren waarin de ziel heftig beweegt om er niet door verzwolgen te worden.

In dit soort momenten kunnen gedachten aan dood de drang naar leven versluieren. Het leven van een groot verlies vraagt kracht maar vermits deze verliezen een overweldigend karakter hebben is het niet altijd mogelijk om meteen de kracht aan te boren die nodig is om een plek te geven aan wat in eerste instantie onmogelijk lijkt.

Ik citeer in dit verband de twee eerste zinnen van een gedicht van R.M.Rilke: 

       De dood van de geliefde

      “Van de dood wist hij alleen wat allen weten:

         dat hij ons grijpt en in het stomme stoot.’”

Bram verbeeldt in zijn schilderijen op poëtische wijze hoe de drang om op te geven geleidelijk plaats maakt voor het eigen leven in handen nemen en dit in een perspectief van helen van een door het leven verwond worden.

In deze poëzie schept hij ruimte voor verwondering. Dezelfde dingen komen in een ander perspectief te staan waardoor hij ze ook anders kan leven. Niet langer wordt hij door de sprong naar de diepte verleid, 

maar de brug over de diepte komt in het zicht.

Verf en penseel worden instrumenten in een proces van zelfverkenning waarvoor het doek een veilige drager wordt. 

Van het gevoel door het leven geslagen te worden beweegt bij stap na stap, ondersteund door wie hem hierin aanvoelen, naar het ontwaren van de sporen van zijn eigen levensweg. Het blijft een zoeken, maar een zoeken door zin bewogen naar een vorm van leven waarin alles wat was nu weer op een totaal andere manier zijn plaats inneemt.

De wanhoop van het niet weten wordt hoop om vanuit het weten naar anders weten te bewegen. 

De mystiek ontsluiert zich in de thema’s waarmee hij deze levenssporen benoemt. Niet langer biografisch begrensd worden ze spiegels van herkenning waarin ieder de eigen kwetsbaarheid leven kan. 

Huguette

Hieronder leidt Bram zijn op de conferentie tentoongestelde werken met doorleefde kwetsbaarheid in. Moge zij aanzetten tot reflectie over leven en dood, wanhoop en hoop, angst en verlossing en vooral over kracht die in kwetsbaarheid beweegt.

Lifesaver

“Het is goed om in leven te zijn, want leven betekent beginnen, 

telkens opnieuw beginnen. 

Als dit gevoel ontbreekt, dan kun je net zo goed dood zijn.” 

(Cesare Pavese, Klein oorlogsdagboek, 1990)

Na een golf van verlieservaringen raakte ik zes jaar geleden 

ten volle in aanraking met mijn geestelijke kwetsbaarheid. 

Er waren enkele hoge pieken en een diep dal. Een heel diep dal.

Dood

Maart 2011. Meteen na het overlijden van mijn papa raakte ik in een “up”. Ik voelde me heel erg verbonden met hem, ook al was hij er niet meer. Die verbondenheid zorgde voor een grote innerlijke vreugde en rust. 

Niet zo bijzonder want Robert Burton schreef in zijn “Anatomie van de Melancholie” (1621) al dat momenten van intense vreugde juist uit de diepste weemoed kunnen oprijzen. Maar mijn omgeving kon mijn gedrag op dat moment niet plaatsen. Ze waren ongerust en de psychiater schreef pillen voor. Aan het begin van een lange rouwperiode kreeg ik meteen zware medicatie. Tot vandaag denk ik dat dat geen juiste beslissing was. De pillen vlakten me af, haalden me zwaar naar beneden en een beetje later stortte ik compleet in.

Inspiratie

Ik raakte in een tunnel waar ik dacht nooit meer uit te raken. Ik wou enkel rust maar kon geen pijnloze dood bedenken. In een slaapzak op de treinsporen gaan liggen? Te pijnlijk. Verdrinken in zee? Het was even een optie. Maar hoe doe je dat, verdrinken? Ik moest zoeken naar afleiding maar in mijn meest kwetsbare periode kon ik me op niets concentreren. Dus geen boeken voor mij, geen films, geen televisie. Jammer, je hebt dan eens een zee van tijd. Per toeval kwam ik in contact met het werk van de Belgische kunstenaar Ben Heine. Hij combineert tekenkunst met fotografie, heel inspirerend.  Als kind ging ik al naar de tekenschool. Tijdens mijn studies was ik er niet meer mee bezig geweest maar nu kriebelde het opnieuw om creatief aan de slag te gaan. Niet verwonderlijk want inspiratie betekent letterlijk het “inblazen van adem”.

Zee

Ik schreef me in aan de academie. De chaos van het atelier met de geuren van verf en terpentijn voelde goed aan. Na een geslaagd oriëntatiejaar koos ik resoluut voor schilderkunst. Schilderen werd mijn redding. 

Op een wit doek kon ik me wel focussen. Ik mocht spelen met kleurrijke verf. Mijn leraar, de kunstenaar Gery De Smet, liet me compleet vrij. 

Hij vond dat belangrijk om een eigen stijl te ontwikkelen. Af en toe gaf hij kleine aanwijzingen of een technische tip. De zee werd een eerste jaarthema. De zee, met de golven en het water waar ik kort geleden in wou verdrinken. Die zee moest ik nu op een wit canvas krijgen. Geen makkelijke klus. Maar ik had terug een doel en mengde kleuren tot ik een mooi palet had om water te schilderen. Ik herleefde en raakte stilaan uit het diepe moeras.

Wolken

Ik werk graag op grote doeken. 50 x 70 cm is een minimum. Hierop kan ik me uitleven. Ik schilder op gevoel, vrij snel, meestal op basis van een foto. Quasi elke les had ik wel een schilderij klaar. Als mijn werk klaar was plaatste ik een foto ervan op Facebook. Want zolang je als kunstenaar je werk voor jezelf houdt, bestaat het eigenlijk niet. Al snel kreeg ik positieve reacties van familie en vrienden. Het enthousiasmeerde me om door te gaan met het schilderen. Soms raakte ik iets té enthousiast. Dan kreeg ik vleugels, zat ik op een wolk en dacht ik dat ik de hele wereld aan kon. Toeval of niet maar het volgende jaar koos m’n schilderleraar “wolken” als thema. Nu moest ik zoeken naar een manier om met mijn penseel lucht op een doek te krijgen. Niet eenvoudig, die wolken. Ik experimenteerde met vormen en lichtschakeringen. Op zoek naar een deftige wolk. Tot het juist aanvoelde.

Leven

Zee en wolken. Daartussen de bergen. Daar ben ik graag. Ze brengen rust. Je kan er wandelen en je geest laten waaien. Wandelen in het gebergte werkt inspirerend. Het is yoga  voor de ziel. Ik wandel graag om te ontfocussen uit het hectische van elke dag. Pas dan kan ik creëren, iets maken, aan iets beginnen. Ik heb het schilderen nu even losgelaten en ben aan het broeden op een filmscenario. Ik heb me tijdens mijn omzwervingen vaak in een film gevoeld en ben geïnspireerd door het werk van de jonge Canadese regisseur Xavier Dolan. Misschien komt het er ooit wel van, dat scenario. We zien wel. Ik heb ondertussen geleerd dat alles goed komt zelfs na de zwaarste beproevingen. Ik leef. Ik leef nog. Daar ben ik erg blij om. Een goed netwerk heeft me daarbij geholpen en misschien ook wel mijn passie voor schilderen, wie weet.

Bram Julian D., 2017

Openheid over mentale problemen vindt Bram erg belangrijk. Hij getuigde over zijn psychische kwetsbaarheid in de campagne “Doe eens goed gek” (goedgek.com) en in het boek “Depressief? Loser!” (2015) van journalist Riadh Bahri.

Het KAOS atelier

“Theo” een van de tentoongestelde werken

In de ruimte voorbehouden voor het tentoonstellen van kunstwerken zullen in de vorm van fotomateriaal op panelen een aantal werken worden tentoongesteld die deel uitmaken van een project dat door de VZW KAOS in het leven is geroepen. 

Erik Thys, zal als spreker en deelnemer van de conferentie door zijn aanwezigheid ook het Kaos atelier vertegenwoordigen, dat ik als waardevol initiatief als onderdeel van de conferentie wil valideren.

De kunst die hier wordt tentoongesteld vraagt een niet-normatieve benadering. Niet de stijl of het creëren van ideale vormgeving komen hier op de voorgrond maar het uitdrukking geven aan wat van binnen uit beweegt op een eigen ( soms ook eigenzinnige ) wijze.

Eigenzinnig in de zin van niet aangepast aan de normen en waarden die men doorgaans hanteert om kunst als Kunst te benoemen.

Rond termen ontstaan altijd veel discussies, omdat eenieder weer net iets anders onder dezelfde term verstaat. En omdat elke kunstvorm vroeg of laat toch een naam krijgt werd en wordt dergelijke kunst soms ook Outsiders-kunst genoemd.

Outsiders-kunst is de engelse benaming voor wat men in het Franstalige gebied l’ART BRUT noemt.

In 1972 gebruikte Roger Cardinal in dit verband voor het eerst de term Outsider Art in een schrijven met de titel ” Cultural conditioning”, Outsider Art.  

l’ART BRUT is de naam die de kunstenaar Jean Dubuffet ( 1901-1985) gaf aan kunstcreaties van mensen die geen deel uitmaakten van de professionele kunstwereld en gevestigde maatschappij en die vanuit hun eigen diepte ontstonden.  Er is in deze creaties geen enkel streven om aan de stereotypen van de Klassieke of zogezegde fatsoenlijke Kunst te beantwoorden. Vanaf dit moment ontstond dus ook de discussie of deze scheppingen van de ziel wel of niet als een volwaardig deel van de Kunstwereld konden worden gezien.

De term suggereert het onbezoedelde, zuivere inventieve scheppen dat niet door culturele verwachtingen wordt beïnvloed. Wat echter niet belet dat deze scheppingen een culturele bijdrage kunnen leveren.

Dit om wat achtergrond over het ontstaan van termen te schetsen, die heden ten dage in dit verband vooral in de media circuleren.

In het kader van de conferentie laten we de benaming Art Brut en Outsiderkunst graag achterwege om in te zoemen op een meer  hedendaagse benadering die ook de VZW KAOS in dit verband hanteert en waar we ons volledig achterstellen: de muren slopen tussen outsiders en insiders in de kunst.

Erik Thys licht de tentoongestelde werken even toe:

‘Fotografie is immers een hedendaags en vandaag door smartphones sterk gedemocratiseerd medium waartoe al dan niet kwetsbare kunstenaars gemakkelijk toegang hebben, waardoor er ook vanuit de psychiatrie een beeldvorming ontstaat die authentiek, sterk en ‘ embedded ‘ is, die helemaal niet beantwoordt aan de cliché’s waarmee outsiderkunst inmiddels verbonden is geraakt en die juist wel naast het werk kan staan van meer geconsacreerde kunstenaars. Dit werk moet ook niet in een apart circuit getoond worden, maar zoveel mogelijk in het reguliere kunstcircuit. We vinden dat respect erin bestaat dat de artistieke criteria voor kunstenaars dezelfde moeten zijn en moeten primeren, vanuit welke achtergrond ze ook werken. Er is voor ons alleen kunst met een grote K….’

Aansluitend nodig ik ieder deelnemer van de conferentie uit om het eigen standpunt even los te laten om je in de wereld van een ander te bewegen die vanuit een ander standpunt zijn beleving van de werkelijkheid in vorm vertaalt. Dit betekent dat deze werken getuigen van andere bewustzijnstoestanden dan jezelf misschien ervaart. Maar juist daarom kunnen ze onze visie op de werkelijkheid vervolledigen of helpen om breder te kijken naar de werkelijkheid: vanuit meer dan één gezichtshoek, vanuit meer dan één bewustzijnslaag.

Deze kunst getuigt zonder woorden van de meer bewustzijnslagen van waaruit de mens zichzelf, de ander en de werkelijkheid kan waarnemen en ervaren.

In wezen illustreren deze creaties met een onderscheidend karakter hoe groot de diversiteit is van het scheppend vermogen van de mens kan zijn, wat wij in één woord: Creativiteit noemen. 

Een proces van betekenis verlenen aan een ervaring in de vorm van muziek, beeld, gedicht, muziek, schilderij, tekening en dans enz. waardoor iets nieuw kan ontstaan.

In encyclopedische termen betekent dit ” Een individu of een groep toont creativiteit wanneer een nieuw concept of object wordt gemaakt, of wanneer een originele oplossing voor een probleem wordt gevonden.”

Creativiteit vraagt dus moed om oorspronkelijk te durven zijn. Even niet langer bepaald worden door wat doorgaans verwacht of gedacht wordt. Even niet moeten beantwoorden aan verwachtingen of bepaald worden door wat er is om toe te komen aan wat nog niet is maar zich wel wil laten zien en een doorgang zoekt. 

Creatief wordt de mens ook door het eigen standpunt los te laten en open te staan voor andere zienswijzen. 

Het eigen standpunt verlaten om je in dat van een ander te bewegen maakt dat het werk van een ander als een ontmoeting kan worden geleefd. Een kwetsbaar naar jou toe bewegen van de ander.

De in de vorm vertaalde beleving van de ander wordt aldus een uitnodiging om jezelf kwetsbaar te openen en in een evenwaardige afstemming de betekenis aan het werk gegeven als een geschenk te ervaren waardoor eenmaal in ontvangst genomen de oorspronkelijke betekenis door de betekenis die het voor jou krijgt wordt verrijkt. Er is een onbevooroordeelde geest nodig om zo te kunnen ontvangen. 

Een loskomen van wat je zelf als mooi of niet mooi ervaart en een ontdekken van de vorm waarin een ervaring zich uitdrukt. Omdat betekenis geven aan in de vorm een drager vindt waarin ze belichaamd wordt.

Wassily Kandinsky, in zijn reflectie over het spirituele in de kunst geeft aan dat iedere vorm in de wereld iets zegt, ook al bereikt de boodschap ervan ons niet altijd. En als de boodschap ons wel bereikt begrijpen het daarom nog niet volledig. Bovendien schrijft hij:

‘ Mooi is wat voortkomt uit innerlijke zielkundige noodzakelijkheid. Mooi is wat innerlijk mooi is.’

Een creatieve schepping is ook de realisatie van de VZW KAOS dat vooral de brug wil slaan tussen allerlei kunstenaars, los of ze nu insider of outsider zijn. Om het slaan van de brug gaat het op de eerste plaats en wat daaruit dan weer ontstaat. Niet om de ene individuele schepping naast de ander maar wel om de dialoog die tussen de beide ontstaat, die op zich weer een scheppend karakter krijgt.

Zo ontstaat er een boeiende wisselwerking tussen bruggen bouwen en creativiteit. Waar verbinding ontstaat krijgt de geest vleugels en waar de geest vleugels krijgt wordt ze zwanger van nieuwe betekenis. De betekenis die je ten deel valt als een ontmoeting gelijkwaardig is: de beweging van de ander via de vorm naar jou toe en jij via de vorm naar de ander.

Een vormend creatief samen ontstaan en groeien.

Huguette Beyens

Hieronder lees je meer over de achtergronden van het Kaos-atelier. 

De Brusselse vzw Kaos 

(Kunstatelier Opperstraat) 

KAOS wil fungeren als een katalysator voor kunstprojecten met een link naar psychiatrie. Door het artistieke te laten primeren wil KAOS de muren slopen tussen insiders en outsiders in de kunst én in de maatschappij. Het centrale uitgangspunt is dat creativiteit en psychische kwetsbaarheid twee zijden van dezelfde medaille zijn. KAOS ondersteunt en organiseert tentoonstellingen, voorstellingen, performances en concerten, zowel in het KAOS-atelier als op reguliere kunstplekken.

Daarvoor werkte KAOS al samen met onder meer WIELS, Bozar, Amuz, Kaaitheater en Muntpunt. 

Speerpunt van KAOS is de unieke artistieke residentie in de psychiatrie genaamd AREAS, wat staat voor Artistic Residency, Encounter Against Stigma. Kunstenaars worden uitgenodigd om samen te wonen en te werken met collega-kunstenaars met een psychische kwetsbaarheid, waarna het resulterende werk tentoongesteld wordt. Deze ontmoeting tussen verwante zielen vormt volgens KAOS de sterkste katalysator voor zowel meer begrip als sterke artistieke realisaties. 

Anonieme bijdrage

Er zijn onder de werken die tentoongesteld worden ook werken waarvan de schepper wenst anoniem te blijven, dit omwille van het feit dat de thema’s gevoelig liggen.

Graag valoriseer ik deze bijdrage met een tekst van Ludi van Bouwel uit haar bijdrage in het boek: “Spreken en gesproken worden”.

‘Maar voorbij het woord, voorbij het denken kunnen de creaties in de niet -verbale therapieën het karakter krijgen van een esthetiek die in woorden niet meer gevat worden. Ieder die ervoor open staat, kent de kracht van kunstwerken die de individuele mens buiten zichzelf brengt en hem boven zijn leven doet opstijgen. Los van geheugen, verlangen, begrijpen komt de mens zo in contact met iets wat hoger is dan hemzelf, iets wat boven hem uitstijgt en hem ontrukt aan de banaliteit van de alledaagse emoties. 

De creaties in niet-verbale therapieën kunnen dus tot een niveau komen dat verder ligt dan de reparatie. Bij het ontstaan van een kunstwerk kan door het sublimatoire proces het subject opgaan in iets dat buiten hemzelf ligt waarbij hij ook elke subjectiviteit verliest. 

Waarbij ze woorden van Paul Moyaert citeert: 

“Een kunstwerk is niet de uitdrukking van wat in mij leeft. Een kunstwerk dat mij in vervoering brengt, reduceert mij tot de uitdrukking of tot een medium van wat in mij sterker is dan ikzelf, van wat in de mens machtiger is dan de mens. Het brengt mij in contact met de inhumane, ongenaakbare keerzijde van de menselijke existentie die  los van mijn individualiteit ook in mij schreeuwt. 

Maar wat mij overschreeuwt, dat wil zeggen wat mij in schreeuwen overtreft, wordt in en door de sublimatie omgevormd tot wat mij overstemt. De omvorming, die het individu in contact brengt met de onpersoonlijke, bovennatuurlijke grondlaag van het menselijke bestaan, gebeurt al zingend, dansend en dichtend.”